Van Ooijen onderzoekt bekritiseerde autismebehandeling
Omdat honderden ouders en kinderen hebben geklaagd over een behandeling voor autisme, gaat staatssecretaris Maarten van Ooijen (Volksgezondheid) deze onderzoeken. Intensieve gedragstherapieën onder de noemer Applied Behavior Analysis (ABA) zijn erop gericht kinderen bepaald autistisch gedrag af te leren, zoals met de armen wapperen of oogcontact vermijden tijdens een gesprek. De belangenorganisatie voor leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs LBVSO heeft signalen ontvangen dat veel kinderen dit als traumatisch ervaren.
„Het kan niet zo zijn dat deze methode ertoe zou leiden dat mensen met autisme niet zichzelf kunnen zijn”, zei Van Ooijen tijdens het wekelijkse vragenuur. Binnen de kinder- en jeugdpsychiatrie geldt de behandeling als effectief, zegt de staatssecretaris. Desondanks neemt de bewindsman de 450 door LBVSO verzamelde klachten van ouders en kinderen serieus.
Van Ooijen zei dat hij op dit moment nog te weinig weet over de effecten en mogelijke nadelen van ABA. Daarom wil hij eerst in gesprek met betrokken en de beroepsgroep zelf. Het is daarna in de eerste plaats aan de beroepsgroep om met oplossingen te komen, vindt de bewindsman.
„Stel kinderen niet bloot aan kwakzalvers”, aldus Rens Raemakers (D66), die het onderwerp had ingebracht bij het vragenuur. Hij verwees naar de signalen dat de therapie ook door ongediplomeerde behandelaars wordt gegeven. Sommige kinderen zijn wel geholpen zijn met de therapie, merkte het Kamerlid op.