Spotternijen
Spotten kunnen we in Nederland goed: in literatuur, columns, cabaret en niet te vergeten spotprenten. Die laatste kunstuiting stond vorige week donderdag centraal bij de uitreiking van de zogeheten inktspotprijs 2004.
Een jury onder leiding van D66-kamerlid Van der Laan reikte aan Tom Janssen, bekend van zijn cartoons in het dagblad Trouw, een prijs uit voor de beste politieke spotprent van 2004.
Dat in de wereld van de cartoonisten niets heilig is, ook niet zaken die het geloof betreffen, blijkt al meteen uit de trofee die Janssen kreeg overhandigd: een klein zwart duiveltje, compleet met horentjes, staart en drietand.
Maar het blijkt vooral ook uit de selectie spotprenten waaruit de jury de uiteindelijke winnaar koos. Het merendeel ervan zou in deze krant onmogelijk geplaatst kunnen worden vanwege grof en verseksualiseerd taalgebruik, dito afbeeldingen en tal van spotternijen over menselijk leed, dood en eeuwigheid.
Dat neemt niet weg dat het op een bepaalde manier knap genoemd kan worden hoe tekenaars in één enkel beeld een ingewikkeld probleem of een omstreden gebeurtenissen aan de krantenlezer duidelijk kunnen maken. Neem slechts de winnende prent van Janssen. Die toont een drietal internationale waarnemers, keurig in het pak en met attachékoffertjes, in Darfur. Omringd door honderden doden, merken ze desondanks op: „Nou… Genocide, genocide… Da’s gelijk weer zo’n zwaar woord…”
Republikeins
Het zijn kommervolle tijden voor republikeinen in Nederland. Vormen zij onder de burgerij al een duidelijke minderheid, organisatorisch gezien hebben zij ook nog eens last van een repeterende breuk. Toen in 1998 naast het Republikeins Genootschap (opgericht in 1996) het Nieuw Republikeins Genootschap (NGR) van de grond werd getild, kon men nog beweren dat de twee organisaties totaal onvergelijkbaar waren. De oudste groep was een besloten clubje dat zeer weinig leden telde, de jongste een open organisatie, waarvan inmiddels zo’n 1250 mensen lid zijn.
Maar deze verklaring gaat niet op voor de nieuwste splitsing in de republikeinse gelederen. Onlangs stapte NGR-bestuurslid Frits Hoogesteger uit de amper zeven jaar oude club, om vervolgens het Republikeins Platform om te richten. Reden: het NGR is volgens hem politiek eenzijdig samengesteld. Er zouden alleen sprekers gevraagd worden uit linkse kringen. Hoogesteger staat open voor sympathisanten uit alle hoeken van de samenleving.
Deze repeterende breuk is opmerkelijk. Is het in protestantse kring nogal eens zo dat elke afscheiding voor het ontstaan van een nog weer kleiner kerkgenootschap zorgt, hier zorgen de afscheidingen juist elke keer voor verbreding van de doelgroep.
Hoe dit ook zij, koningin Beatrix kan opgelucht ademhalen. Met zulke vijanden als de Nederlandse republikeinen heb je geen vrienden meer nodig.
Addy de Jong
Initiatief
Dit kabinet mag dan veel worden verweten maar niet dat het zomaar een beetje op de winkel past. Het neemt in ieder geval opmerkelijke initiatieven. Het meest bekende voorbeeld is natuurlijk het waarde- en normendebat. Ooit is er heel schamper over gedaan, maar intussen zit het begrip wel bij velen tussen de oren.
Het jongste ei dat binnen het kabinet is uitgebroeid, gaat door het leven onder de naam Breed Initiatief Maatschappelijke Binding. Ondanks de nogal saaie titel gaat het om een bijzondere manifestatie, die aanstaande woensdag in de Ridderzaal plaats heeft.
’s Middags en ’s avonds praat het kabinet met zo’n honderd vertegenwoordigers van organisaties die een rol spelen bij de integratie van allochtonen. Ook het onderwerp religie komt aan bod. Het is de bedoeling dat het kabinet ruim is vertegenwoordigd.
Het initiatief is genomen na de moord op Theo van Gogh en moet een verdere tweedeling tussen allochtoon en autochtoon tegengaan. Als we woordvoerder Maud Bredero van het ministerie van Justitie mogen geloven, wordt het geen abstracte gedachtewisseling. „Zeker niet”, zegt ze. „Het is de bedoeling dat er concrete voorstellen worden gedaan waarmee iedereen aan de slag gaat. Het wordt absoluut niet vrijblijvend.”
Jan van Klinken
Veilig
De Koninklijke Luchtmacht schafte eind 1995 een tweedehands zakenvliegtuig van het type Gulfstream IV aan voor het vervoer van belangrijke personen. „Dit type biedt ruime mogelijkheden waar het gaat om het snel en veilig vervoeren van personen over grote afstanden”, meldt de luchtmacht op zijn website. Bij deze bewering moet sinds kort een kanttekening worden geplaatst.
Wat wil het geval? Een groep kamerleden was op werkbezoek bij de Nederlandse troepen in Afghanistan. De reis werd verzorgd door de Koninklijke Luchtmacht. Heen ging alles prima. Het eerste gedeelte van de terugreis, per helikopter naar Oezbekistan, ook nog. Daarna zouden de volksvertegenwoordigers per Gulfstream naar Rotterdam vliegen.
Eenmaal aan boord zochten de kamerleden een leuk plekje bij het raam. Toen gebeurde het. „De riemen zaten al om en de motoren draaiden al warm”, herinnert VVD’er Szabo zich. „Ineens hoorde ik een kreet vanuit de cockpit. De piloot kwam ons verbouwereerd vertellen dat de voorruit kapot was gegaan.”
Szabo liep daarop naar voren en nam snel een foto van het gebarsten glas. „Pas later realiseerde ik me wat de gevolgen hadden kunnen zijn als dit was gebeurd als we in de lucht hadden gezeten.”
Een luchtmachtwoordvoerder verklaarde naderhand dat zoiets wel vaker voorkomt, maar dat de kamerleden niet in gevaar zijn geweest.
Kees de Groot
Agenda
De Tweede Kamer debatteert morgen onder andere over de wijze waarop de Wet gelijke behandeling functioneert. Woensdag en donderdag verdedigt GroenLinks-kamerlid Vos een initiatiefwet om het gebruik van duurzaam geproduceerd hout te bevorderen.