Oplossing conflict Vaticaan-Israël nabij
Angst voor het islamitisch terrorisme en een flinke dosis pragmatisme zijn de factoren achter een aanstaand akkoord over de status van rooms-katholieke goederen in Israël. Ook zullen Arabische geestelijken naar verwachting binnenkort gemakkelijker toegang krijgen tot het joodse land.
De komende maanden valt een akkoord te verwachten tussen Israël en de Heilige Stoel over de financieel-juridische positie van rooms-katholiek bezit in Israël. Dat heeft Oded Ben-Hur, de Israëlische ambassadeur bij de Heilige Stoel, vorige week in Rome gezegd. Over het akkoord wordt al onderhandeld sinds 1993, toen beide diplomatieke betrekkingen met elkaar aanknoopten.
De ambassadeur kon niet ingaan op de vraag wat de overeenkomst zal inhouden. Wel verklaarde hij dat een regeling omtrent het Cenakel (de plaats van het laatste avondmaal, en een belangrijk rooms-katholiek pelgrimsoord) erbuiten valt. Hierover worden aparte besprekingen gehouden.
Het akkoord is opmerkelijk omdat in juli 2003 de gesprekken werden onderbroken, omdat Israël andere zorgen kende vanwege aanhoudend Palestijns terreur. Maar sinds in juli vorig jaar de gesprekken weer op gang zijn gekomen, hebben de Israëliërs en afgevaardigden van de Heilige Stoel elkaar al zes keer gesproken. Voorheen kwamen de onderhandelaars jaarlijks niet meer dan een of twee keer bij elkaar.
De versnelling heeft volgens Ben-Hur te maken met het feit dat ook de Rooms-Katholieke Kerk het gevaar van het islamitisch terrorisme inziet. Ook biedt hoop dat Arafat van het toneel is verdwenen. „Ik merk bij de Heilige Stoel een optimisme over het vredesproces”, aldus Ben-Hur.
Israël ziet de Rooms-Katholieke Kerk als een belangrijke factor voor vrede. „Het Vaticaan kan een bepalende rol spelen in het vredesproces.”
Hij heeft dan met name de economische opbloei door pelgrimage voor ogen. „Als maar 1 promille van de katholieken een pelgrimstocht maakt naar Israël, de Palestijnse gebieden, Egypte en Jordanië, betekent dit een geweldige stimulans voor de lokale economieën.”
Ben-Hur heeft het getal van bijna 1,1 miljard voor ogen, waarmee het Vaticaan schermt als het zijn kerkleden betreft. Zijn hoop is dat als de Palestijnen beseffen dat het toerisme economische voorspoed brengt zij zelfmoordenaars kunnen stoppen.
Volgens Ben-Hur beseft het Vaticaan dat alleen Israël een garantie is voor de christelijke gemeenschappen in de Palestijnse gebieden. „De waarheid is dat het christenen moeilijk wordt gemaakt in de Palestijnse gebieden, niet in Israël. Hoe kan het anders dat Bethlehem vijftig jaar geleden christelijk was, en nu zo goed als islamitisch?”
Ook een van de recente struikelblokken tussen Israël en de Rooms-Katholieke Kerk lijkt uit de weg te worden geruimd. Arabische katholieken die naar Israël reizen vanuit landen die in feite op voet van oorlog staan met Israël hebben het moeilijk om in het land toegelaten te worden. „Ik weet dat het slechte reclame is voor mijn land, maar de veiligheid gaat boven alles. Onze veiligheidsdienst moet mensen die uit die landen komen uitgebreid controleren. Bij Angelo Sodano (de staatssecretaris van de Heilige Stoel, red.) heb ik voorgesteld om een database te maken met alle Arabische religieuzen uit die landen die naar Israël zouden kunnen reizen. Als het Vaticaan voor hen garant staat, zal in de toekomst paspoortcontrole voldoende zijn.” Sodano zou er wel oren naar hebben.
De ogenschijnlijke lente in de verhoudingen tussen Israël en de Heilige Stoel heeft alles van doen met Johannes Paulus II. Deze paus is wegbereider door onder andere zijn bezoek aan de Romeinse synagoge in 1986 en het bezoek aan Israël in 2000. Zijn rol werd vorige week nog eens benadrukt door de komst van 160 joodse leiders naar het Vaticaan. Tijdens een audiëntie bedankten zij Johannes Paulus II voor zijn verzoenende rol.
Ook Ben-Hur is de huidige paus dankbaar. „Toen ik anderhalf jaar geleden mijn geloofsbrieven aanbood, zei ik de paus: Uw bezoek aan de synagoge in Rome was alsof we weer terug waren in de Jeruzalemse tempel waar Jezus in de eerste eeuw kwam bidden.”
Niet dat de joden de rol van de Rooms-Katholieke Kerk in de jodenvervolging door de eeuwen heen zijn vergeten. „Om het eenvoudig te zeggen: de relatie tussen de Katholieke Kerk en de joden is weinig aangenaam geweest”, zei Ben-Hur. „Joden hebben na de diaspora altijd angst gehad. Pas sinds de stichting van Israël zijn de joden soeverein, en hoeven zij niet meer bang te zijn.”
De ambassadeur meent dat de meerderheid van de Israëliërs weinig op heeft met christenen. „Helaas moet ik zeggen dat men in het algemeen ook geen verschil maakt tussen katholieken en protestanten. Er is dan ook veel onwetendheid. Onze relatie met christenen kan werkelijk een dialoog worden als we elkaar beter kennen, open zijn naar elkaar zijn en elkaar accepteren.”