„We kunnen ons werk in Jenin niet voortzetten”, zei een Palestijnse medewerker van de hulporganisatie Rode Halve Maan. Een legerwoordvoerder beschuldigde op zijn beurt het Internationale Rode Kruis ervan een goede samenwerking al dagenlang te blokkeren. „We hebben om hun hulp gevraagd en dat hebben ze afgewezen.” Het Rode Kruis bemiddelt tussen het leger en de Palestijnse Rode Halve Maan.

Het vluchtelingenkamp was de afgelopen dagen het toneel van de hevigste gevechten sinds de Israëlische troepen op 29 maart begonnen met hun acties in Palestijnse gebieden op de Westelijke Jordaanoever. Volgens het leger kwamen tientallen Palestijnen en 23 Israëlische soldaten om het leven. De Palestijnen spreken van een bloedbad in Jenin en zeggen enkele honderden doden te betreuren.

De mensenrechtenorganisatie Amnesty International eist een onmiddellijk onderzoek naar de dood van „honderden” Palestijnen in Jenin. In een verklaring zegt de organisatie te vrezen dat veel bewijzen van het bloedbad vernietigd worden als het Israëlisch leger Jenin van de buitenwereld afgesloten houdt. Een delegatie van Amnesty heeft gevraagd het kamp te mogen bezoeken.