Vorig jaar ruim 90.000 woningen bijgebouwd, dip verwacht in 2024
Vorig jaar zijn er ruim 90.000 woningen bijgekomen, schrijft minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting) in een brief aan de Tweede Kamer. Dat zijn meer dan de 80.000 woningen waar De Jonge vanuit was gegaan. Toch is de minister nog niet optimistisch: de omstandigheden voor de woningbouw zijn slecht, en hij verwacht met name in 2024 een „dip” in de woningproductie.
Het gaat over 2022 om bijna 75.000 woningen die nieuw zijn gebouwd en ongeveer 15.000 panden die tot woning zijn getransformeerd. Voor 2030 wil het kabinet ruim 900.000 nieuwe woningen hebben gebouwd. Aan die doelstelling wil De Jonge niet tornen. Integendeel: „De opgave wordt de komende jaren alleen maar groter.” Vooral door migratie neemt de woonvraag sneller toe, aldus de minister.
De Jonge waarschuwt al langer voor tal van factoren die drukken op de woningbouw. Zo is de rente opgelopen en zijn materialen veel duurder geworden door de inflatie. Verder is de grondprijs hoog en is er weinig menskracht beschikbaar voor bouw. Door al deze tegenvallers zien investeerders steeds minder brood in woningbouw, waardoor de productie zal terugvallen.
Het Economisch Instituut voor de Bouw gaat uit van een daling van de woningbouwproductie van 3,5 procent dit jaar en nog eens 5,5 procent in 2024 ten opzichte van 2023. Ook de Vereniging van Nederlandse Projectontwikkeling Maatschappijen (Neprom) verwacht dat de productie van nieuwbouwwoningen zal terugvallen en noemt percentages van 50 procent, schrijft de minister aan de Kamer.
Om „door de dip heen te bouwen” trekt De Jonge ongeveer een half miljard euro uit, kondigde hij al aan met de presentatie van de Voorjaarsnota. Vanuit de zogeheten Woningbouwimpuls komt 250 miljoen euro beschikbaar om projecten los te trekken. Volgens De Jonge kan deze start-bouwimpuls er voor zorgen dat de bouw van ongeveer 30.000 woningen alsnog door kan gaan. Welke projecten in aanmerking komen voor de start-bouwimpuls, wordt later bekendgemaakt.
Ook komt er de komende vier jaar 300 miljoen euro extra vrij voor de bouw van flexwoningen. Die zijn vooral bedoeld voor bijvoorbeeld statushouders en Oekraïense vluchtelingen. De Jonge wil verder met gemeenten kijken naar alternatieve bouwlocaties indien projecten stilvallen of vertragen.
Vorige week meldde De Jonge al ook meer in te willen zetten op het zogeheten ‘optoppen’ bovenop bestaande bouw. Een extra verdieping bovenop een woning kan tot wel 100.000 extra woningen realiseren, hoopt de minister.