Vraag in Oostenrijk: kun je lied van nazi nog wel zingen?
Oostenrijkse auteurs roepen verschillende deelstaten op om hun volksliederen in de ban te doen. Een „oorlogsverheerlijkende” priester en een „illegale nationaalsocialist” zouden ze geschreven hebben.
Oostenrijkse volksliederen moeten herschreven worden. Dat vindt een comité van 29 bekende auteurs uit het Alpenland. Op hun initiatief verlangt een overkoepelende vereniging van auteurs inmiddels dat de bestuurders van een aantal deelstaten hun volksliederen veranderen.
De organisatie ziet het grootste probleem in het volkslied van Salz-burg. Volledige herschrijving zou de enige oplossing zijn, vanwege de achtergrond van de componist. Ernst Sompek zou nadat de nationaalsocialisten in Oostenrijk aan de macht waren gekomen, hebben opgeschept dat hij eerder illegaal lid was van de Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei, die tot de annexatie verboden was. En tekstschrijver Anton Pichler was volgens de auteursvereniging een „oorlogsverheerlijkende priester”.
Ook de Opper-Oostenrijkse tekst roept vragen op. De vergelijking dat men van het land houdt zoals een hond van zijn baasje, wijst, aldus de bezwaarmakers, op een zekere absolutistische onderworpenheid. En de auteur staat bekend als een radicale antisemiet, zo stellen zij.
Erfgoed
In Neder-Oostenrijk richt de belangengroep van auteurs zijn kritiek eveneens met name op de auteur van de tekst. Karl Genzky was een voorstander van boekverbrandingen en de annexatie van Oostenrijk door Duitsland. Hij sloot zich bovendien aan bij de nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij.
In Karinthië is het probleem beheersbaar. Hier zou slechts één strofe moeten worden doorgestreept. De zin ”Das ist mein herrlich Heimatland” zou eigenlijk ”Das ist mein deutsch Heimatland” zijn geweest en daarom alsnog moeten verdwijnen. Dat is volgens de critici temeer nodig omdat vervolgens de moed der mannen en de trouw van de vrouwen aan Duitsland wordt bezongen. Deze strofe is overigens pas later aan het lied toegevoegd door een sociaalnationaliste, Agnes Millonig.
Uit een enquête van de regionale krant ”Mein Bezirk” blijkt dat de meeste Salzburgers hun lied als cultureel erfgoed beschouwen en tegen een herschrijving zijn. De regionale regering zegt het druk te hebben met dringender zaken. Ook uit een straatonderzoek van de Oberösterreichische Nachrichten komt naar voren dat de meerderheid van de respondenten kritisch tegenover de voorgestelde wijzigingen staat. „Er zijn veel liedjes die afgeschaft zouden moeten worden, maar zoiets ouds… Alsjeblieft niet!” aldus een vrouw.
Het hoofd van de deelstaat Opper-Oostenrijk, Thomas Stelzer, is al even kritisch. „Je kunt de geschiedenis van een land niet veranderen, maar je kunt er wel verantwoordelijk mee omgaan. En dat doen we in Opper-Oostenrijk, ook met betrekking tot ons volkslied.”
Context
De regionale raad van Neder-Oostenrijk benadrukt dat het regionale volkslied geen antisemitische of xenofobe toespelingen bevat. „Het enige dat in de tekst tot uitdrukking komt, is de band met ons vaderland. Wij zien dan ook geen reden om deze tekst te wijzigen, maar zullen hem niettemin wetenschappelijk laten onderzoeken”.
Karinthiës leidsman Peter Kaiser is tegen wijziging van de tekst, evenals de andere bestuurders van deze deelstaat. „Iedereen kan dit vers individueel beoordelen en in zijn algemene context is er ook zoiets als een waarschuwend geweten”, stelt Kaiser.
Gerhard Ruiss, een van de initiatiefnemende auteurs, blijft erbij dat de achtergrond van veel volksliederen reden is voor aanpassingen: „Wij wisten zelf niet dat de meeste Oostenrijkse volksliederen connecties met het nationaalsocialisme hebben. Niet per se de teksten zelf, maar de schrijvers ervan. Als je het over „ons volkslied” hebt, is niet meteen duidelijk dat het geschreven is door een voormalige of latere nazi. Maar het ontkennen maakt het alleen maar erger. Het is tijd voor nieuwe volksliederen.”