Groep van 17 kinderen verdacht van verkrachting
Justitie verdenkt zeventien Rotterdamse jongens tussen de negen en zestien jaar van het verkrachten van een 13-jarig meisje.
Vrijdag liet de persofficier van justitie weten dat de jongens het meisje meermalen misbruikten in kelderboxen en een woning op Rotterdam-Zuid.
Een van de verdachten is de 16-jarige jongen die er door justitie van wordt verdacht dat hij op 20 december op de Beijerlandselaan in Rotterdam een 15-jarige jongen heeft doodgestoken. In die zaak zitten in totaal zes jongeren vast.
De jongens misbruikten het meisje in april, mei en oktober. Het slachtoffer deed in december aangifte. Sinds die tijd zijn vier van de verdachten in een jeugdinrichting geplaatst voor andere misdaden. Acht jongens zijn naar aanleiding van de zedenzaak vastgezet. Twee moeten nog voor de rechter verschijnen en de 9-jarige jongen kan vanwege zijn leeftijd niet strafrechtelijk vervolgd worden. De Raad voor de Kinderbescherming is ingelicht.
Dit is de tweede grote zedenzaak in korte tijd waarbij Rotterdamse jongeren betrokken zijn. Afgelopen september kregen vier jongens (14 tot 17 jaar oud) een jaar jeugddetentie opgelegd voor het verkrachten van zes meisjes in de zomer van 2003. Twee andere jongens kregen respectievelijk tien maanden celstraf en jeugd-TBS. De jongens verkrachtten meisjes tussen de 13 en 15 jaar alleen en gezamenlijk in Rotterdam-West.
Justitie zette in die zaak in op jeugd-TBS voor alle daders, zodat de jongens behandeld konden worden, maar de rechtbank besloot anders. Officier van justitie C. van Spierenburg stelde toen dat dit soort zedenmisdrijven niet meer dan een of twee keer per jaar voorkomen. Persofficier B. den Hartigh bevestigt dat. „We beschouwen dit soort zaken als zeer ernstige incidenten. Ik denk niet dat je over een trend kunt spreken. Dit soort zedenzaken kwamen altijd al voor. Wel is er nu meer aandacht voor en brengen we het meer naar buiten.”
Volgens Van Spierenburg kun je voor dit soort misdrijven geen bepaalde groepen in de samenleving aanwijzen. Wel is het naar zijn mening belangrijk om te kijken naar de sociale omgeving van de verdachten. „Dit gebeurt niet alleen in zogenoemde foute wijken.”