Europa wil mensenrechten afstoffen na ontnuchtering door Rusland
Tientallen Europese leiders komen dinsdag in IJsland bijeen voor een zeldzame top van de Raad van Europa. Ze zoeken er naar manieren om het gezag te herstellen van de mensenrechten en andere regels en afspraken waarover de raad sinds de Tweede Wereldoorlog waakt. Die hebben averij opgelopen door de Russische invasie in Oekraïne.
De mensenrechtenorganisatie heeft de leiders van de 46 lidstaten voor het eerst in achttien jaar bijeengeroepen. Dat zou nodig zijn om „het geweten van Europa te vernieuwen”. Premier Mark Rutte en zijn collega’s bespreken onder meer hoe de verantwoordelijken voor de oorlog tegen Oekraïne kunnen worden gestraft en hoe dat land recht gedaan kan worden. Zo wordt er gewerkt aan een tribunaal en een schaderegister.
Maar het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, waarop de Raad van Europa steunt, moet volgens sommigen ook bij de tijd worden gebracht. De leiders denken na over het toevoegen van het recht op een schone leefomgeving en het beschermen van mensen tegen ontsporende kunstmatige intelligentie.
De top in Reykjavik duurt twee dagen. De verdragsorganisatie belegde in haar bijna 75-jarige bestaan pas drie keer eerder een top.
Bijna heel Europa is lid van de raad, ook bijvoorbeeld Azerbeidzjan en Turkije. Alleen Rusland en bondgenoot Belarus niet. Lidstaten moeten onder meer luisteren naar het mensenrechtenhof in Straatsburg. De organisatie staat los van de Europese Unie.
De raad leek ten tijde van de vorige top, in 2005, alleen maar aan lidstaten te winnen en de mensenrechten aan gezag. Maar Rusland trok zich de laatste jaren steeds minder van de organisatie aan. Het land zegde afgelopen voorjaar zijn lidmaatschap op toen duidelijk werd dat de andere lidstaten het eruit wilden zetten wegens de oorlog tegen Oekraïne.