Prosus eindigt bovenaan in hogere AEX, Turkse beurs onderuit
Prosus is aan het begin van de handelsweek bovenaan de AEX-index geëindigd. De techinvesteerder wist te profiteren van een flinke koerswinst van het Chinese internet- en gamebedrijf Tencent, waar Prosus een groot belang in heeft. Verder kreeg het bedrijf nog een koopadvies. Dat alles leidde tot een stijging van 4,8 procent.
De Turkse beurs ging onderuit als gevolg van de spannende verkiezingsstrijd in Turkije. Eerder op de dag werd de beurshandel al een halfuur stilgelegd. In de loop van maandag werd bekend dat er voor die verkiezingen een tweede stemronde nodig is om de strijd te beslechten. Bij het slot van de Europese beurzen, waarvan de koersuitslagen verder beperkt bleven, eindigde de Turkse beurs ruim 6 procent lager. Vooral de Turkse banken kregen rake klappen.
De AEX eindigde op maandag 0,4 procent hoger op 756,18 punten. De MidKap steeg 0,8 procent tot 941,52 punten. De beurzen in Frankfurt, Parijs en Londen kregen er tot 0,3 procent bij.
Prosus werd bovenaan de AEX vergezeld door verzekeraars Aegon en NN Group, met plussen van respectievelijk 3,4 procent en 2,5 procent. Hekkensluiters in die index waren chipbedrijf ASMI (min 0,8 procent) en fusiebedrijf DSM-Firmenich (min 0,7 procent).
In de MidKap was Alfen de grootste stijger met 5,5 procent. De laadpalenfabrikant, die woensdag zijn kwartaalcijfers presenteert, wist te profiteren van een koopadvies door Kepler Cheuvreux.
Bij de kleine fondsen steeg B&S Group 1,9 procent. De bevoorrader van cruiseschepen en luchthavens zag de omzet het afgelopen kwartaal stijgen. Het bedrijf verwacht wel, ondanks een goede start van het jaar, dat de groei voor de rest van 2023 lager zal zijn dan vorig jaar. Dat komt volgens interim-topman Bas Schreuders door de hoge inflatie.
In Frankfurt ging Ceconomy onderuit (min 8,8 procent) na de publicatie van de resultaten over de eerste helft van zijn gebroken boekjaar. De Duitse eigenaar van onder meer de Mediamarkt zag de verkopen stijgen, ondanks de hoge inflatie die de koopkracht van consumenten ondermijnt. Wel leed de onderneming nog een beperkt nettoverlies als gevolg van het afstoten van activiteiten in Zweden.
De euro was 1,0872 dollar waard, tegen 1,0859 dollar op vrijdag. Een vat Amerikaanse olie kostte 1,6 procent meer op 71,14 dollar. Brentolie werd 1,5 procent duurder op 75,31 dollar per vat.