Dynamische relatie tussen Duitsland en Frankrijk
Maarten Doorman (1957) is hoogleraar in de Duitse cultuurgeschiedenis aan de Vrije Universiteit Amsterdam. In ”Een jager in het woud” verschaft hij de lezer een grote hoeveelheid kennis over Frankrijk en Duitsland en over de dynamische relatie tussen deze twee grootheden.
Deze kennis heeft tot doel om een visie te bieden op de rol die Duitsland en Frankrijk in het Europa van de toekomst kunnen spelen. Doormans boek is opgebouwd uit analyses van de vier oorlogen waarin Duitsland en Frankrijk tegenover elkaar stonden: de bevrijdingsoorlogen vanaf 1812 van Pruisen tegen Napoleon, de Duits-Franse oorlog van 1870/1871, de Eerste Wereldoorlog en de Tweede Wereldoorlog. Vanzelfsprekend vormen de analyses geen in zichzelf gekeerde hoofdstukken, maar springt de schrijver heen en weer wanneer de inhoud daarom vraagt.
De hoofdtitel van Doormans boek is ontleend aan het intrigerende schilderij ”Der Chasseur im Walde” van een van de belangrijkste schilders uit de Duitse romantiek: Caspar David Friedrich (1774-1840). Op het schilderij uit 1814 is een Franse soldaat te zien die het dichte naaldbos inloopt. Op de voorgrond zit een kraai op de stomp van een boom. De kraai is wellicht het symbool van de dood die de soldaat tegemoet gaat. Of zoekt de jager de stilte van het bos om in gedachten tot rust en vrede te komen?
Doorman neemt dit schilderij als uitgangspunt voor zijn verkenning van de romantiek (de periode rond 1800) in Duitsland en Frankrijk, met bijzondere aandacht voor de verwantschap en de wezenlijke verschillen tussen beide landen.
Nadat de stichting van het Tweede Duitse Keizerrijk na de Duits-Franse oorlog in 1870/1871 in het hoofdstuk ”Muziek en wapengekletter” aan de orde is gekomen, gaat Doorman in het hoofdstuk ”Op de rug gezien (1806-1812)” terug in de tijd en staat hij uitvoerig stil bij de romantiek. Dat is geen wonder, omdat het levensgevoel van de romantiek na 1800 steeds invloedrijk in Duitsland is geweest. Gelet op de diepe betekenis van de natuur voor de romantische geest schenkt Doorman veel aandacht aan Friedrich. De schilder vestigt in zijn beroemde schilderij ”Der Wanderer über dem Nebelmeer” de aandacht niet zozeer op de menselijke figuur in het midden, maar op de fascinerende, soms beangstigende en samen daarmee, tot verwondering leidende wereld van wolken, nevel, rotsen en zee.
Krachtmeting
De tweede, centrale figuur in dit hoofdstuk is de door Napoleon gehate Frans-Zwitserse Germaine de Staël (1766-1817). Madame De Staël publiceerde in 1810 haar boek ”De L’Allemagne” waarin ze Frankrijk en Duitsland met behulp van tegengestelde begrippen (klassiek/romantisch) tegenover elkaar plaatst. De cultuur van Duitsland die De Staël tijdens haar bezoeken aan Weimar (met schrijvers als Goethe en Schiller) grondig had leren kennen, presenteerde zij als superieur aan en voorbeeldig voor Frankrijk. Dat kon Napoleon niet over zijn kant laten gaan. En de Duitse schrijver Heinrich Heine kon dat evenmin. Heine ging vanuit zijn toevluchtsoord Parijs de strijd aan met Madame De Staël, Pruisen, de romantiek en het christelijk geloof. Over deze krachtmeting had Doorman gerust uitvoeriger en preciezer kunnen zijn.
Wanneer het om het denken over andere volken of naties gaat, leidt de onderscheiding tussen ”eigen” en ”vreemd” tot clichés en stereotypen. Het meest hardnekkige cliché in het kielzog van Madame De Staël luidt dat Frankrijk op ”civilisation” (civilisatie, verfijnde rationaliteit) drijft, maar dat Duitsland het land van de diep gewortelde ”Kultur” (het scheppende, geordende, ernstige levensgevoel) vormt. Deze stereotiepe tegenstelling heeft een taai leven gehad is nog altijd in staat om vreedzame conversaties in hevige verbale vechtpartijen te laten ontaarden.
Doorman is geraakt door kunstwerken die esthetisch geslaagd zijn en tegelijk inzicht geven in de aard van de relaties tussen Frankrijk en Duitsland. Behalve ”Der Chasseur im Walde” van Caspar David Friedrich spelen bijvoorbeeld Duitse gedichten uit de romantiek, composities van Bizet en van Wagner, de indrukwekkende film ”Frantz” van regisseur François Ozon, Patrick Modiano’s roman ”Dora Bruder” en de poëzie van Paul Celan een constructieve rol in de structuur van Doormans gedachten. Tezelfdertijd verwerpt hij de een-op-eenverhouding tussen kunst en de beeldvorming in de samenleving. Hij benadrukt daarom dat je op grond van bekende kunstwerken niet al te gemakkelijk absolute historische conclusies moet trekken over de wederzijdse beeldvorming van Duitsers en Fransen. Daarvoor zijn de kunstwerken in de meeste gevallen ook te meerduidig.
Dat Doorman zijn eigen ontwerp af en toe tegen het licht houdt, doet sympathiek aan. Zijn stijl is cruciaal voor zijn communicatie met zijn lezers. Fraaie zinswendingen, mooie, verrassende beelden en een fijnzinnige humor laten zien dat Doorman de taal als een instrument beheerst.
Religieuze gevoel
In dit boek wordt veel geboden, zoveel zelfs, dat de lezer door de overvloed paradoxaal genoeg het een en ander gaat missen. Als belangrijkste voorbeeld van een gemis kan gedacht worden aan Doormans uitleg van de romantiek en van het romantische natuurgevoel aan de hand van het bos van Caspar David Friedrich en niet aan de hand van diens altaarschilderij ”Het kruis in het gebergte”. In Doormans visie ontbreekt het diepreligieuze gevoel van romantici als Novalis (pseudoniem van Georg Friedrich Philipp Freiherr von Hardenberg (1772-1801) met diens ”Hymnen aan de Nacht” en ”De Christenheid of Europa”.
De schilder Caspar David Friedrich vertolkt in zijn werk het gevoel van ”totale afhankelijkheid” van de mens als schepsel Gods. Dat wat de lutherse theoloog Rudolf Otto in ”Het Heilige” als het numineuze omschrijft, is rechtstreeks te herleiden tot de theoloog Friedrich Schleiermacher en zijn invloedrijke boek uit 1799: ”Über die Religion”. Juist dat godsdienstige aspect is cruciaal, ook voor de duiding van de ”Bevrijdingsoorlogen” tegen Napoleon. Het stevig verankerde Duitse levensgevoel is niet te begrijpen zonder het in een veelheid aan geschriften beleden geloof.
Het piëtisme dat gericht is op de loutering van het innerlijk en op een groeiende persoonlijke geloofsband met God en Christus heeft de ziel van de Duitsers gevormd. Friedrich en Schleiermacher kwamen beiden voort uit het piëtisme. Deze geloofsrichting heeft Goethe beschreven in zijn ”Belijdenissen van een tot schoonheid gegroeide ziel”. Het piëtistisch gedragen geloofsleven in Duitsland heeft zeer veel waardevols voortgebracht, al was het door de collectieve gehoorzaamheid aan God, koning en keizer ook kwetsbaar voor misbruik op het moment dat het geloof wegviel – toen bleef alleen de dood op het slagveld voor ”Führer, Volk und Vaterland” over. Frankrijk was sinds de Franse Revolutie van 1789 al een andere, seculiere, koers ingeslagen.
Versailles
Terecht stelt Doorman dat de Frans-Duitse oorlog van 1870/1871 met de kroning van de Pruisische koning Wilhelm tot keizer van Duitsland grote gevolgen heeft gehad. De kroning had plaats in de Spiegelzaal van het paleis in Versailles, wat een diepe belediging voor de Fransen was. De locaties van kroningen en ondertekeningen van verdragen verdienen overigens een aparte studie.
Doorman gaat de effecten van de Frans-Duitse oorlog op de nationale beeldvorming in beide landen na. Deze zoektocht zou aan degelijkheid hebben gewonnen als de schrijver ook jaargangen had bestudeerd van Duitse gezinstijdschriften als het zeer populaire weekblad ”Die Gartenlaube” waarin tijdens de oorlogsjaren in woord en beeld verslag werd gedaan van deze oorlog. Romanciers als de van Franse Hugenoten afstammende Theodor Fontane en de verzamelaar van Pruisische oorlogsliederen George Hesekiel schreven boeken over deze oorlog die interessant zijn voor de vraag welke factoren de stereotypen bevorderden.
Sprekend over Duitsland na 1945 en de mate van rouw en van boetedoening door de Duitsers constateert Doorman terecht dat de wederopbouw van Duitsland en het herstel van de economie al gauw begonnen te domineren en de herinnering aan het veroorzaakte leed deden vervagen. Maar hij vergeet –op een kleine opmerking na– de Duitse Democratische Republiek (DDR) waarvan de inwoners nog vele jaren na 1945 aan de vernietiging van de oorlog werden herinnerd en uiting gaven aan hun schuldgevoel en berouw. Die emoties stegen ver uit boven het opgelegde communistische patroon van historische verklaringen van het fascisme.
Maarten Doorman is een begenadigd schrijver die op originele wijze geschiedkundige patronen zichtbaar maakt. In ”Een jager in het woud” gaat dat echter hier en daar te vlot. Een tweede druk van zijn boek is hem van harte toe te wensen, maar dan wel met vrij ingrijpende aanvullingen.
Boekgegevens
”Een jager in het woud. Frankrijk, Duitsland, Europa”, Maarten Doorman; uitg. Prometheus; 224 blz.; € 22,99