EU-landen zoeken krachtiger houding tegen China
De buitenlandministers van de EU-landen proberen het eens te worden over een krachtiger opstelling tegen China. Die is nodig nu China zich meer als een rivaal dan als een partner gedraagt, vindt onder anderen de buitenlandminister van Duitsland op. Maar het valt niet mee het daarover eens te worden, verzuchtte huidig EU-voorzitter Zweden.
Minister Wopke Hoekstra en zijn 26 EU-collega’s buigen zich vrijdag in Stockholm over voorstellen om de betrekkingen met China te „herzien”. Buitenlandchef Josep Borrell bepleit daarin een krachtiger en onafhankelijker opstelling jegens de opkomende wereldmacht. Ook buitenlandminister Annalena Baerbock van Duitsland ziet dat „aspecten van wedijver en rivaliteit in de relatie met China zijn toegenomen”. Hoe behoedzaam Duitsland ook opereert om de nauwe economische banden met China niet op het spel te zetten.
Baerbock verwees naar de huidige Europese kijk op China. Dat kan soms partner zijn, dan weer concurrent, maar kan zich ook soms als „systeemrivaal” gedragen. Hoekstra zei eerder net als zij dat de nadruk meer ligt op concurrentie en rivaliteit, maar wil nu niet uitspreken dat de EU en China meer tegenover elkaar staan dan voorheen. Hij houdt het erbij dat Europa „het partnerschap met China blijft zoeken”, maar ook moet reageren op China’s daden. En daarover is hij bezorgd, met China’s weigering om Rusland af te vallen voorop.
De 27 EU-landen moeten in ieder geval „eensgezinder” omgaan met China, onderstreept Hoekstra’s Zweedse collega Tobias Billström. Diens land is dit halfjaar voorzitter van de EU. Hij ziet „ruimte voor verbetering” op dat vlak.