Kerk & religieIsraël 75 jaar

Ds. Dekker verwacht heilrijke toekomst voor Israël, „maar door de oordelen heen”

Met onder anderen Robert Murray M’Cheyne kijkt hij uit naar de bekering van het Joodse volk. Dat die er komt, weet ds. M.L. (Maarten) Dekker zeker. „Maar het zal wel door de diepten, de oordelen, heen gaan.” In gesprek in Megiddo, oftewel Armageddon.

12 May 2023 08:29Gewijzigd op 12 May 2023 09:07
In Megiddo. beeld Sjaak Verboom
In Megiddo. beeld Sjaak Verboom

Vanuit de verte klinkt het geluid van Israëlische gevechtsvliegtuigen. Ze zijn onzichtbaar, vliegen hoog. „Oefening”, zegt ds. Dekker. „Dit hoor je hier dagelijks.” „En als je ze ’s nachts hoort, weet je het wel”, vult zijn vrouw Marita aan. „Dan bombarderen ze weer doelen in Syrië.”

Echt rustig is het in Israël zelden, weet het predikantsechtpaar inmiddels wel. Voortdurend is er de dreiging vanuit de omliggende Arabische landen.

Negentien jaar geleden, in 2004, werd ds. Dekker voor het eerst naar Israël uitgezonden, namens het deputaatschap voor Israël van de Gereformeerde Gemeenten. Sinds 2019 is hij predikant van de gemeente Nechama (Troost) in Nof HaGalil, het voormalige Nazareth-Illit.

In al die jaren maakten hij en zijn gezin heel wat militair geweld mee, waaronder meerdere oorlogen. „In 2018 is een van onze twee zoons aan de dood ontsnapt. We waren bij het Meer van Galilea. Hij was aan het zwemmen, maar was net weer terug op de kant toen er twee raketten vanuit Syrië over ons hoofd in het meer terechtkwamen, vlakbij. Dat was heel heftig.”

19309066.JPG
De Zee van Tiberias, met op de achtergrond de stad Tiberias. beeld RD

Ook de laatste tijd zijn de spanningen weer groot. Binnenslands zijn er de massale demonstraties tegen de door de regering-Netanyahu voorgestelde hervormingen van het juridisch systeem. En een week na het interview –eind maart– worden vanuit zowel de Gazastrook als Libanon en Syrië opnieuw raketten afgevuurd. Ruim dertig projectielen proberen noordelijk Israël te raken; grotendeels tevergeefs.

Weerstand

In dat noorden bevindt zich ook Nof HaGalil. „Tot 2019 heette het Nazareth-Illit”, zegt ds. Dekker (60), „letterlijk hooggelegen Nazareth. Het ligt tegen Arabisch Nazareth aan, dat een grote moslimbevolking heeft. Nazareth-Illit is een Joodse stad. In de jaren negentig kreeg die te maken met een sterke toestroom van Joden uit onder andere Rusland. De vorige burgemeester vond de naam Nazareth-Illit te veel herinneren aan het Arabische Nazareth. Die naam was te christelijk. Hij heeft het toen voor elkaar gekregen dat de naam gewijzigd werd in Nof HaGalil, ”Uitzicht op Galilea”.” Het laat iets zien van de grote weerstand die er onder veel Joden leeft ten opzichte van het Evangelie.

In hoeverre was er in de oprichting van de staat Israël, 75 jaar geleden, iets zichtbaar van Gods hand in de geschiedenis? Hoe ziet ds. Dekker de toekomst van het Joodse volk en land? En hoe bijvoorbeeld te denken over ”Armageddon”? Het Bijbelse woord valt regelmatig als het gaat om de eindtijd, dan wel eindstrijd. In oktober nog, uit de mond van niemand minder dan de Amerikaanse president Biden. Naar aanleiding van de nucleaire dreigementen van zijn Russische ambtgenoot Poetin waarschuwde hij dat er, voor het eerst sinds de Cubaanse rakettencrisis in 1962, een direct risico bestaat op een naderend „Armageddon”, dat al het leven op aarde kan vernietigen.

Of Biden hierbij dacht aan het letterlijke Armageddon uit Openbaring 16:16 is natuurlijk moeilijk te achterhalen. Feit is echter dat dít Armageddon in Israël ligt, op enkele tientallen kilometers afstand van Nof HaGalil. Het is, zeggen de kanttekeningen bij de Statenvertaling ook, het oudtestamentische Megiddo(n). Ds. Dekker is graag bereid er in het kader van het gesprek heen te rijden.

Het uitzicht vanaf de heuvel waarop de vroegere vestingstad Megiddo ligt, is schitterend. Recht ervoor bevindt zich de Vlakte van Jizreël, waar heel wat (Bijbelse) veldslagen hebben plaatsgevonden. Links in de verte is het Karmelgebergte te zien; meer naar rechts Nazareth en Nof HaGalil, gebouwd op heuvels. Aan de andere kant van de Jizreëlvallei het gebergte van Gilboa. En Samaria, gelegen op de Westelijke Jordaanoever, met de stad Jenin, waar het Israëlische leger de laatste tijd nogal eens invallen doet om Palestijnse terroristen uit te schakelen.

„De Vlakte van Jizreël was altijd een zwakke schakel in Israëls verdediging”, zegt ds. Dekker. „Als bijvoorbeeld de Filistijnen of de Assyriërs Israël wilden innemen, probeerden ze dat vaak via deze route. Als ze Megiddo konden veroveren, zouden ze zo verder het land in kunnen.” Oorlogen moesten wel ’s zomers plaatshebben, in de droge tijd: de rest van het jaar was de vlakte een moerasgebied. „Dat is ze ook eeuwenlang gebleven. Maar de Joodse bevolking heeft de vallei drooggelegd, al voor 1948 trouwens. Dit is een heel vruchtbaar gebied, er worden veel gewassen geteeld.”

Zullen op deze plek in Noord-Israël, Armaged­don, eens „de koningen der aarde en der gehele wereld” worden vergaderd tot „de krijg” van de grote dag van de almachtige God, zoals in Openbaring 16 staat? Ds. Dekker wil er „toch wat bij vandaan blijven. Wij kunnen niet alles wat er nog te gebeuren staat precies invullen. De Heere is soeverein. Met onder anderen M’Cheyne geloof ik dat het Joodse volk tot bekering zal komen. Gods beloften zijn 100 procent betrouwbaar, omdat ze allemaal in en door Christus vervuld worden. Maar het zal wel door de diepten heen gaan. Het huidige Israël is heel seculier. Jaarlijks worden bijvoorbeeld duizenden abortussen gepleegd. Als je daarop ziet, vrees je weleens voor de oordelen – ook over Nederland trouwens.

19309069.JPG
De Vlakte van Jizreël, vanaf Megiddo. beeld Sjaak Verboom

Vlak voor ons vertrek in 2004 bezochten we ds. R. Boogaard, die in het denken over Israël veel voor de Gereformeerde Gemeenten betekend heeft. Als een vaderlijke vriend was hij aan de ene kant blij dat we uitgezonden waren, maar hij was ook begaan met ons, want de oordelen zouden Israël in de toekomst zeker nog treffen.”

Geestelijk herstel

Vaststaat voor ds. Dekker dat de oprichting van de staat Israël op 14 mei 1948 een „historisch wonder” was. „Of nee, dat zeg ik niet goed. Het was een historisch Godswonder.” Ook het gegeven dat er de laatste jaren zó veel Joden, uit alle windstreken, naar Israël emigreren, om welke reden dan ook, ziet hij in dit licht. „Alleen al in onze kleine gemeente Nechama komen mensen uit twaalf verschillende landen bij elkaar, van Peru tot Oekraïne. Als je dan een Hongaarse vrouw ontmoet die op haar 67e heeft besloten om alia te maken, te emigreren dus, en al haar vrienden en kennissen in Hongarije achterlaat… Daar zit dan toch een hogere macht achter? Het is Gods hand die het Joodse volk uit alle continenten bij elkaar brengt. Hier zien we dat Bijbelse profetieën worden vervuld.”

Maar hoe het verder zal gaan? „Isaäc da Costa, die dus ver voor 1948 leefde, haalt Ezechiël 36 en 37 aan. In zijn Bijbellezingen over Romeinen 11 zegt hij dat er eerst een nationaal herstel van het Joodse volk zal plaatsvinden en daarna een geestelijk herstel. Israël zou onbekeerd naar zijn land terugkeren. „Eerst dus: roering der beenderen, dan hereniging der delen, dan zenuwen, aderen en vleesch. Maar de Geest is er dan nog niet. Christus is hier de Geest”, schrijft Da Costa. De anglicaanse bisschop J.C. Ryle zegt min of meer hetzelfde: eerst zullen de Joden terugkeren naar hun land en pas dan zullen ze tot bekering komen.

Ik noemde al M’Cheyne, ik ben juist een biografie over hem aan het lezen. Hij zag uit naar de bekering van het Joodse volk en ging op zendingsreis naar het toenmalige Palestina. Zijn geheim was het gebed. Mensen kwamen in groepen bij elkaar om te bidden. Denk hier ook aan het Reveil, of aan de familie Ten Boom in Haarlem. Het gebed is zo belangrijk. Boston zegt: Wil je een opwekking in je gemeente, bid dan om de bekering van het Joodse volk. Dat zijn we wel een beetje kwijtgeraakt.”

Ds. Boogaard

Geldt sowieso niet dat ook in de gereformeerde gezindte de betrokkenheid op Israël afneemt? Ds. Dekker: „Dat zien we zelf toch nog niet zo. Ook onder jongeren merken we nog steeds veel liefde voor Israël. We krijgen veel meeleven, we worden meegenomen in de gebeden. Je ziet dat ook op de jaarlijkse Israëldag. En regelmatig krijgen we post, ook van jonge gezinnetjes, van kinderen.

Aan de andere kant is er inderdaad de tendens dat er meer aandacht komt voor de Palestijnse kant van de zaak. En je merkt dat de generatie van het eerste uur wat verdwijnt. Bekende mensen overlijden, of gaan met emeritaat. Neem een ds. Silfhout, ds. Meeuse, Bas Belder. Jan van der Graaf, die met de auto bij ons langskwam, een Mini. De boeken van ds. P. den Butter en ds. C. Sonnevelt, of het proefschrift van dr. M. van Campen, hebben veel voor mij betekend. En ds. Boogaard. Hij vertelde mij hoe hij als jonge jongen Brakel was gaan lezen, alle drie de delen, waardoor zijn ogen opengegaan waren voor de toekomst van het Joodse volk. En mijn oma zei in 1973 bij de Jom Kipoeroorlog, ik was toen een jaar of 11: „Wie het Joodse volk aanraakt, raakt Gods oogappel aan.” Dat maakte indruk.”

19309054.JPG
Marita en Maarten Dekker in Megiddo. beeld Sjaak Verboom

„Als kerk mogen we onze liefde voor Israël niet kwijtraken”, zegt de predikant. „Met Brakel en de puriteinen geloof ik dat er nog een bloeitijd voor de kerk zal komen. Daar zal de bekering van het Joodse volk –„een zeer grote menigte, en gelijk als de ganse Joodse natie”, zeggen de kanttekeningen bij Romeinen 11:26– aan voorafgaan. De Joden zullen dan de beste evangelisten worden, zei een Schotse predikant. Overal zullen zij met veel ijver getuigen van hun Messias. Brakel citeert hier ook Zacharia 8:23: „Het zal in die dagen geschieden dat tien mannen uit allerlei tongen der heidenen grijpen zullen, ja, de slip grijpen zullen van één Joodse man, zeggende: Wij zullen met ulieden gaan, want wij hebben gehoord dat God met ulieden is.””

Ismaël

Wie een poosje in Israël verblijft, krijgt niet meteen de indruk dat het die kant nog eens op zal gaan. Is ds. Dekker nooit eens moedeloos? „Er is in het Midden-Oosten veel wat je moedeloos kan maken. Een Amerikaans-Joodse vriendin hier zei altijd tegen ons: „The Middle East has worn me out”, het Midden-Oosten heeft me uitgeput. Het voortdurende conflict tussen twee broedervolken, want dat zijn Joden en Arabieren toch. Maar ook het gewone dagelijks leven: mensen in Nederland hebben vaak geen idee hoe stressvol het leven in Israël is. En dan hebben we nu ook nog te maken met een politieke chaos: de toestand is op het moment heel zorgelijk.

Toen ik in Nigeria nog lesgaf op de Bijbelschool, was Israël ver van mijn bed, ik was er nog nooit geweest. Naarmate we hier langer wonen, zijn de verwachtingen voor dit volk alleen maar groter geworden. Je weet dat de Heere Zijn beloften zal vervullen. Romeinen 11: Als de volheid der heidenen zal ingegaan zijn, zal er een einde komen aan de verharding van het Joodse volk. Er zal een nationale bekering komen. Het deksel van de onwetendheid zal van de ogen weggenomen worden en het volk zal zich wenden tot Christus. „Zij zullen Mij zien, Die zij doorstoken hebben.” Dat geeft zo’n troost, juist ook in deze chaos. De Heere zál het voleindigen. Het gaat om Christus, de grote Davidszoon.”

Het is een boodschap die hij niet alleen in Nechama, zijn eigen gemeente, maar ook in de Arabisch-christelijke gemeente in Nazareth mag brengen, zegt ds. Dekker. „In Nechama heb ik zeventien keer gepreekt over het leven van Abraham. Diezelfde serie heb ik in de Arabische gemeente gehouden. Dat was best bijzonder. In sommige Arabische gemeenten wordt nauwelijks uit het Oude Testament gepreekt, dat ligt politiek veel te gevoelig. Maar de mensen vonden de geschiedenissen mooi, ook al moesten ze soms wel even slikken. Vooral toen de preek ging over Hagar en Ismaël. Ismaël, hun voorvader, was niet de zoon van de belofte én hij zou „een woudezel van een mens” zijn. Toen werd er wel wat nagepraat over de preek. Maar een vrouw uit Bethlehem kwam naar me toe en zei: „Wat u gezegd hebt, is de waarheid. Zo is het.”

19309061.JPG
In Megiddo. beeld Sjaak Verboom

Wat beide gemeenten erg trof, was de profetie uit Jesaja 60:3 en 7, over de zonen van Ismaël, Kedar en Nebajoth. In het laatste der dagen zullen zij zich verzoenen met de zonen van Izak. Zij zullen schatten brengen naar Sion. Hoe dat zal zijn? Wij hoeven dat niet in te vullen. Het zal alles zijn tot eer van Hem Die op de troon zit. Daarom: bid om de vrede van Jeruzalem. Overigens voel je zeker bij zulke preken weer heel goed dat je zelf geen nakomeling van Abraham bent. Ik ben maar een toegebrachte heiden.”

Sichem

Onvermijdelijk komt in een gesprek als dit ook de zogenoemde landbelofte langs. Hoe kijkt ds. Dekker daartegen aan? „Eigenlijk is het zo makkelijk”, zegt de predikant, terwijl hij vanaf de heuvel van Megiddo naar de horizon wijst. „Daarachter ligt Jordanië. Dat was het Overjordaanse, deels Bijbels land dus. En daar zie je Samaria. De stad Nablus, nu Palestijns gebied, is het Bijbelse Sichem. Ik stond een keer bij de stadspoort. Aan weerskanten zie je dan de Ebal en de Gerizim omhoogrijzen. Daar werd ooit het verbond onder Jozua vernieuwd en klonk het massaal: „Wij zullen de Heere onze God dienen.” Verderop zijn dan het graf van Jozef en de Jakobsbron. In het bezoekerscentrum heeft de Palestijnse Autoriteit bewust alle sporen uit het Oude Testament gewist. Alleen de ontmoeting van de Heere Jezus met de Samaritaanse vrouw mag nog nét genoemd worden. Maar het is zo duidelijk: alles Bijbels land wat je hier ziet.

En dan kunnen we allerlei verhitte discussies aangaan, maar wat weten wij er nu van, met ons beperkte menselijke verstand? Eén ding weet ik: de Heere zal alles schoon maken op Zijn tijd, zodat we ons verwonderen zullen.”

British Museum

Verwondering, dat is wat uiteindelijk zal overblijven, zegt ds. Dekker. „De toekomst, ook van Israël, ligt vast in Hem. Ik ben een voorbijganger. Maar de God van Abraham, Izak en Jakob leeft. Afgelopen zomer liep ik in het British Museum in Londen. Je wordt overweldigd door alle archeologische vondsten uit het Midden-Oosten. Allemaal geschiedenis van volken die verdwenen zijn. Maar ineens sta je oog in oog met stukjes kleitabletten waarop iets staat over de verovering van Jeruzalem in het jaar 597 voor Christus, tijdens koning Jehójachin. Dan besef je: dat volk leeft tot op de dag van vandaag in de Davidsstad. Waarom? Omdat de God van Israël leeft. Dat is het geheim. God heeft Zijn volk niet verstoten, schrijft Paulus onomwonden in Romeinen 11, ondanks Israëls zonden en hardnekkigheid. „Dat zij verre.””

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer