Gestroomlijnd
In de hal van het Design Museum in Den Bosch staat ”La Jamais Contente” (de nooit tevredene). Deze auto was in 1899 de snelste ter wereld en is nu de blikvanger van de tentoonstelling ”Sneller, beter, mooier”. Mede dankzij de spitse torpedovorm bereikte La Jamais Contente een snelheid van 106 kilometer per uur. Ook bijzonder: hij was elektrisch. De Tesla’s en Polestars van nu staan dus in een lange traditie.
Met zijn vorm was La Jamais Contente zijn tijd flink vooruit. Zo’n dertig jaar later werd het stroomlijnen wereldwijd een rage. Voorbeelden uit de natuur inspireerden wetenschappers bij de zoektocht naar de ideale vorm met de minste weerstand: een onder water zwemmende pinguïn bijvoorbeeld, of een vis. Lucht en water reageren immers op dezelfde manier op weerstand. Zo ontwierp de Amerikaan Norman Bel Geddes in 1932 een futuristisch stoomschip dat de vorm had van een bruinvis: stomp van voren en taps toelopend naar achteren.
In de jaren dertig ging het snel. Vierkante vliegtuigen van hout en textiel transformeerden in ranke reuzen van blinkend aluminium. Logge stoomtreinen werden zilveren kogels die over de rails flitsten. Auto’s waren niet langer veredelde koetsen zonder paarden, maar voertuigen met een vloeiende gesloten vorm die het halen van steeds hogere snelheden mogelijk maakte. Uiteraard hielpen de snelle ontwikkeling van de techniek en de toepassing van nieuwe materialen bij dat laatste ook een handje.
De gestroomlijnde vorm werd het symbool van de vooruitgang. Het moderne design sprak veel mensen aan en daarom kregen ook allerlei alledaagse gebruiksvoorwerpen die dat helemaal niet nodig hadden een vloeiende vorm: typemachines, stofzuigers, strijkijzers, bestek.
Kunstenaars lieten zich eveneens meeslepen door de lokroep van snelheid en vooruitgang. Dat blijkt wel uit het werk van Italiaanse futuristen als Tullio Crali (1910-2000).
Vandaag de dag is de noodzaak om het vervoer –zowel letterlijk als figuurlijk– te stroomlijnen groter dan ooit. Niet zozeer om nóg grotere snelheden te bereiken, maar vanuit het oogpunt van duurzaamheid. De zuinigste auto’s zijn auto’s die een lage luchtweerstand hebben. Al in 1922 schreef de Oostenrijkse ingenieur Paul Jaray dat stroomlijnen essentieel is voor de zuinigheid en de toegankelijkheid van de auto. „De brandstofbesparing en de toegenomen prestaties maken de kleine auto pas echt tot wat hij moet zijn: een goedkoop vervoermiddel voor iedereen.” Hoewel goedkoop een relatief begrip is, kreeg Jaray wel gelijk met zijn voorspelling; de auto kwam binnen het bereik van de gewone man.
Een lage weerstand is niet alleen belangrijk bij het gebruik van fossiele brandstoffen (waarvan de voorraad eindig is), maar ook bij toepassing van zonne-energie. In Den Bosch is de hypermoderne zonne-auto van Solar Team Twente te zien, de RED Shift. Het vervoermiddel is zo plat dat het bij het rijden nauwelijks luchtweerstand ondervindt, en dus zo ver mogelijk kan rijden.
Omdat in de sport iedere seconde telt, krijgt de stroomlijn op dat terrein veel aandacht. In de tentoonstelling zijn bijvoorbeeld een olympische bobslee, een tijdritfiets, schaatspakken en baanwielrennershelmen, en een zwempak dat is geïnspireerd op een haaienhuid te zien. Veel innovaties op dit gebied werden vervolgens ook toegepast in producten voor de minder sportieve consument.
In de tentoonstelling kunnen bezoekers ook zelf de handen uit de mouwen steken. Er zijn werkstations waar zij worden uitgedaagd om allerlei testjes met luchtweerstand te doen en nieuwe ontwerpen te bedenken. De perfecte auto bijvoorbeeld. Leuk voor kinderen!
De tentoonstelling ”Sneller, beter, mooier. De vormgeving van de vooruitgang” is tot en met 3 september te zien in het Design Museum in Den Bosch.