Pleidooi voor gebruik nieuwe media in kerk
„Het Hoofd van de kerk werkte graag met visuele ondersteuning. Dan mogen Zijn onderdanen niet achterblijven.” Een van de argumenten die de vrijgemaakte predikant ds. S. de Jong donderdagmiddag in Zwolle aanvoerde in zijn „pleidooi voor visuele ondersteuning van de prediking.”
Ds. De Jong, verbonden aan de gemeente Assen-Kloosterveen, was een van de sprekers op een predikantenconferentie met als thema ”Nieuwe media in de kerk”. De bijeenkomst was georganiseerd door de (vrijgemaakte) stichting De Luisterpost/Bralectah en het (eveneens vrijgemaakte) Steunpunt Gemeenteopbouw (SGO). Uitgenodigd waren predikanten uit de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Nederlands Gereformeerde Kerken. Minstens honderd predikanten gaven van hun belangstelling blijk.
Ds. De Jong noemde nóg vier redenen waarom visuele ondersteuning van de prediking gewenst is. Eén: „De gemeente van Christus heeft het recht om aangesproken te worden.” Veel preken worden vanaf het papier gelezen, constateerde hij. Dat was ook eerder op de middag al vastgesteld: de overgrote meerderheid van de aanwezigen stak de vinger op toen dagvoorzitter prof. dr. K. Mollema de vraag stelde wie van hen de preek grotendeels uitschrijft. „En hoevelen van u zouden ’m liever uit het hoofd houden?” Een duidelijke minderheid.
Ds. De Jong zei het eens te zijn met prof. Kamphuis, die ooit in een interview aangaf een sterk voorstander te zijn van „schetspreken.” „Maar ik moet eerlijk zeggen dat ik er wel grote moeite mee heb. Met jaloezie kijk ik ook altijd weer naar ds. Orlando Bottenbley in Drachten.”
Gemeenteleden zijn hoe langer hoe meer visueel ingesteld, stelde de predikant als tweede vast. „Op het vlak van de communicatie is er zo veel veranderd dat een preek van twintig minuten voor de meeste hoorders te lang is. Als je je daar als kerk niet op een verantwoorde manier op instelt, loop je doelbewust het risico dat je over de hoofden heen praat.”
Zijn derde argument: „Het „medewerker van de Geest” zijn en het hanteren van Zijn instrumentarium vraagt om een optimale preekpresentatie.” Velen in de gemeente volgen jaarlijks allerlei cursussen en trainingen, aldus de predikant. „De hoogleraar, de vertegenwoordiger, de baliemedewerker. Alleen de predikant blijft zitten waar hij zit, want het Woord moet het doen. Onjuist!”
Visualisering van de prediking, stelde ds. De Jong als laatste, „betekent niet het ”opleuken” van de erediensten, maar het optimaliseren van haar effectiviteit.”
Nieuwe media als ondersteuning in de eredienst en bij de catechese is een onderwerp waar predikanten mee te maken krijgen in het visuele tijdperk waarin wij leven, aldus de organisatoren van de conferentie. „Doen we het om de preek op te leuken?”, vroeg prof. Mollema, parttime hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, afkomstig uit het bedrijfsleven. „Om het voor de jongelui aantrekkelijk te maken? Als dat het motief is, is dat een verkeerd motief. Er moet voor u maar één motief zijn: hoe krijgt u de boodschap in het hart van de mensen? Zodat ze het ook nog een beetje kunnen navertellen?”
Van een goed gesproken woord, zo komt volgens hem uit onderzoek naar voren, blijkt na drie dagen nog 70 procent te zijn blijven hangen bij de mensen. Na drie weken is dit 10 procent. „Werk je uitsluitend met visuele middelen, zoals een film, dan zijn die percentages achtereenvolgens 72 procent en 35 procent. Maar combineer je die twee, dan krijg je een heel ander verhaal. Na drie dagen blijken mensen nog 85 procent te kunnen reproduceren, en na drie weken nog 65 procent.”
En dan luidt het advies: Begint eer ge bezint, stelde prof. Mollema. „Begin er gewoon aan. Maak eens gebruik van een beamer, van wat fotomateriaal ter ondersteuning van de preek. „Ja, maar dat lukt mij nooit.” O nee? Jullie hele gemeente zit vol met whizzkids. Als je die achter een laptop zet, heb je binnen de kortste keren een prachtige presentatie.”
Wim Hovestad, (kerkenraads)lid van de christelijke gereformeerde kerk in Zwolle, liet zien welke middelen er in de erediensten zoal gebruikt kunnen worden, en in zijn gemeente -met zo’n 2500 leden- ook gebruikt wórden. „En: weerstand hiertegen bij gemeenteleden is te overwinnen.” De cgk Zwolle gebruikt de moderne media onder andere in de middagdiensten, de leerdiensten. „In die diensten kwamen op een gegeven nog maar vijftig, zestig man. En dat terwijl de ontmoetingsdiensten tegelijk een enorme toestroom te zien gaven. We hebben toen besloten om een herstart te maken met behulp van moderne media.”
Drie keer per jaar organiseert de gereformeerde kerk vrijgemaakt van Bunschoten-Oost een jongerendienst, vertelde ds. A. M de Hullu, „uiteraard ondersteund met een audiovisuele presentatie.” ”Stil worden met God”, luidde het thema van de preek die hij donderdag verkort weergaf.
„Ik vond het bijna ontroerend mooi”, zei prof. Mollema na afloop van zijn presentatie. „Het Woord is hier duidelijk het belangrijkste. Ik denk dat dit de mix moet zijn. Want we zitten niet in de bioscoop.”
Aan het begin van de middag had de hoogleraar enkele woorden geciteerd van ds. W. G. de Vries, uit 1965. „Handen af van de Bijbel”, schreef deze. „Het Woord zelf is een kracht van God. We gaan dat niet nabootsen met onze bekrompen middelen. Het geloof is uit het gehoor.” Prof. Mollema: „Het citaat komt uit een boek dat al een jaar of veertig oud is. Duidelijk is wel dat er sindsdien veel veranderd is in opvattingen.”