Remonstrantse koopmansvrouw krijgt eigen stem in nieuwe roman Marlies Medema
Ze raakt verzeild in een politiek en religieus conflict en moet dan vechten voor de toekomst van haar familie.
”Lysbeth”, de nieuwe historische roman van Marlies Medema, past in een trend om vrouwen voor het voetlicht te halen die in de geschiedenis soms wat vergeten zijn.
Amsterdam, februari 1617. Vroeg in de ochtend verzamelt zich een groep mannen met fakkels voor het huis van koopman Rem Bisschop en zijn vrouw Lysbeth Philips de Bisschop, de hoofdpersoon van de roman. Ze schreeuwen „Remonstranten! Arminianen! Doe open, we weten dat er bij jullie gepreekt wordt!”
Ze gooien met stenen en weten uiteindelijk de deur te forceren. Lysbeth is dan al weggevlucht met haar gezin. „Ik wil ‘bidden om hulp’ zeggen, maar de woorden blijven steken in mijn keel”, laat Medema haar denken. „Als deze relschoppers in naam van de religie voor onze deur staan, bidden zij misschien evengoed voor een goede afloop aan hun zijde. Voor het eerst in mijn leven slaag ik er niet in een gebed te formuleren. Bescherm ons, is het enige wat ik kan uitbrengen.”
De waargebeurde plundering van het huis van de familie Bisschop laat zien hoe hoog de spanning tussen remonstranten en contraremonstranten in die tijd opliep. Voor wie een kleine opfriscursus kan gebruiken: de conflicten vonden plaats tijdens het Twaalfjarig Bestand in de Tachtigjarige Oorlog. Aan de ene kant stonden de aanhangers van Jacobus Arminius (remonstranten of arminianen) en aan de andere kant de groep van Franciscus Gomarus (de contraremonstranten of gomaristen). Arminius meende dat iemand was uitverkoren door God vanwege zijn geloof, maar Gomarus zei juist dat iemand tot geloof kwam dankzij Gods uitverkiezing. De centrale vraag was of de mens een vrije wil had.
Gevaar
Lysbeth de Bisschop vindt zichzelf terug in het middelpunt van die twisten omdat haar man Rem een bekende remonstrant is én de oudere broer van theoloog Simon Episcopius, leerling van Arminius.
Los van aan welke kant je staat omschrijft Medema treffend wat kerkelijke en religieuze twisten in een familie, een kennissenkring en een stad kunnen teweegbrengen. Dat begint al met de verschillen in de familie: de broer van Lysbeth staat aan de kant van Gomarus. Ook in het huwelijk van Rem en Lysbeth zorgen de ontwikkelingen voor tweedracht. Wat doe je als de een ergens vol overtuiging in gelooft, en de ander kan daar niet helemaal in meekomen? Lysbeth verwijt haar man dat hij hun gezin onnodig in gevaar brengt. Zelf zou ze, als dat kon, het liefst buiten de discussie over dat ene punt blijven. „Natuurlijk is het belangrijk om na te denken over je zielenheil en eeuwige lotsbestemming, maar niets in mij gelooft dat God wil dat mensen hiervoor elkaars ramen inslaan.”
Een aantal van haar vriendinnen kijkt haar niet meer aan, anderen zetten haar juist op een voetstuk vanwege de opvattingen van haar man. De ruzies ontgaan ook de kinderen niet, die het hondje van de familie eerst Arminius willen noemen en dan toch maar voor de naam Gomarus kiezen. Een saillant detail, waar Lysbeth zelf ook niet blij mee is, maar dan luistert de hond al nergens anders meer naar.
De roman houdt lezers een spiegel voor dat aan beide zijden van het conflict dingen zijn gebeurd die niet door de beugel kunnen. Plunderingen, scheldpartijen, mensen die godsdienstige motieven voor eigen gewin inzetten – het zijn helaas geen nieuwe zaken. Als een vriendin van Lysbeth op een gegeven moment wanhopig zegt dat ze niet meer weet waar ze staat, zal dat veel mensen bekend in de oren klinken. „Datgene waar jullie je zo tegen afzetten, voelt voor mij veilig en vertrouwd. Ik wilde dat jouw Rem en de anderen de boel niet zo opschudden en ons met rust zouden laten.”
Feit en fictie
Medema heeft uitgebreid research gedaan voor het boek en dat is te merken. Ze gebruikt veel woorden uit die tijd: duivekater, vroedschap, het grauw… Soms werkt het wat storend om steeds de betekenis in de woordenlijst achterin op te moeten zoeken, maar dat is ook een kwestie van smaak.
Tijdens de plunderingen en rellen moet het er grof aan toegegaan zijn. Medema schuwt niet om dat op te schrijven – zo wordt Lysbeth uitgescholden voor „Arminiaanse hoer”. Er wordt ook een aantal bastaardvloeken gebruikt. Ook zonder dit taalgebruik had de auteur de grimmige sfeer goed kunnen weergeven.
Voor het verhaal heeft de schrijfster zich gebaseerd op diverse historische gebeurtenissen. In het nawoord legt ze uit wat de feiten zijn en welke elementen waargebeurd kúnnen zijn. Het is een werkwijze die ze ook gebruikte voor haar eerste boek, ”Papieren paradijs”. „Ik heb de piketpaaltjes van de historie gevolgd, maar verder kon ik mezelf vrijheden veroorloven”, zei ze destijds in een interview met het RD. „Het is een roman.”
Haar eerste boek heeft meer overeenkomsten met ”Lysbeth”. Ook die roman gaat over een vrouw uit de geschiedenis over wie verder weinig bekend is; domineesvrouw Anna Pannekoek, die in 1845 tegen haar zin samen met haar man naar Suriname emigreerde.
Revolutionair
De verhalen passen in een bredere trend om ‘vergeten’ vrouwen voor het voetlicht te halen. Zo worden er de laatste jaren steeds vaker boeken gepubliceerd over vrouwen die in de geschiedenis vaak slechts voetnoten zijn of onderbelicht bleven. Van vrouwenfiguren uit Griekse mythen tot vrouwen uit de Gouden Eeuw, ze krijgen een eigen stem in deze romans.
Lysbeth wordt in historische bronnen van remonstrantse geschiedschrijvers meerdere keren geciteerd. Zo nam ze tijdens bijeenkomsten met het stadsbestuur en de kerkenraad meerdere keren het woord – revolutionair voor een vrouw uit die tijd. Hoe betrouwbaar die bronnen zijn, is overigens niet altijd duidelijk. Wie daar meer over wil weten doet er goed aan het essay ”De gezeefde werkelijkheid van Lysbeth Philips de Bisschop” van historicus Els Kloek te lezen. Het artikel is online te vinden; Medema verwijst er in haar nawoord naar.
Hoe dan ook, Medema slaagt er in dit boek in om Lysbeths leven haarscherp naar voren te brengen. Vooral de effecten van de ruzies op haar leven blijven je als lezer bij. In dat kader is het mooi om te eindigen met deze woorden uit de epiloog: „Boos? Na zoveel jaren, na zoveel verhalen, na zoveel littekens, na zoveel mensen die hebben geleefd, met wie ik heb gevochten en van wie ik heb gehouden, ben ik dat niet meer.”
Boekgegevens
Lysbeth, Marlies Medema; uitg. Mozaiek; 352 blz.; € 23,99