Ollongren bij Ereveld Loenen: slachtoffers brachten hoogste offer
„Wij dragen een grote verantwoordelijkheid voor onze vrijheid en onze democratische rechtsstaat.” De boodschap sprak de minister van Defensie Kajsa Ollongren uit bij de dodenherdenking op het Nationaal Ereveld in het Gelderse Loenen. „Als deze op het spel staan, dan is het moedigste gevecht nodig. Een gevecht dat soms vraagt om het hoogste offer. De oorlogsslachtoffers die wij vandaag herdenken, hebben dit hoogste offer gebracht.”
Ollongren zei tegen de aanwezigen dat het belangrijk is om de verhalen van de slachtoffers te blijven vertellen. Ook refereerde ze aan de „grootschalige oorlog” die opnieuw gaande is op het Europees continent, namelijk die in Oekraïne.
„We zien de beelden van wreedheden. Beelden van loopgraven. Was dit niet de Eerste Wereldoorlog? Maar de drones die erboven vliegen, geven het snoeiharde antwoord: de oorlog is hier en nu”, zei ze. „De oorlogsbeelden trekken wonden open waarvan we dachten dat ze goed geheeld waren. Bij mensen die een oorlog hebben meegemaakt. Bij onze veteranen van missies in oorlogsgebieden.”
De minister lichtte ook twee verhalen uit van overledenen die op het ereveld in Loenen zijn begraven. Een van hen is Jonetta ter Borg, die samen met haar man Gerrit bij een groep zat die hulp aanbood aan onderduikers. Op 31 maart 1945 stormden plotseling twaalf zwaarbewapende mannen van de Sicherheitsdienst binnen. Een voor een schoten zij de leden van de verzetsgroep dood, onder wie Jonetta.
„Ze weet niet dat de Canadezen de volgende dag Enschede bevrijden. Voor Jonetta kwam de bevrijding een dag te laat. De bevrijding komt altijd te laat, want de wond van de oorlog is al toegebracht.”