Minister Ollongren: meer Europese inzet aan oostflank NAVO-gebied
Aan de oostflank van het NAVO-grondgebied moeten meer Europese militairen worden ingezet. Dat is een „belangrijk signaal richting Oost-Europese partners en naar de VS”, zegt minister Kajsa Ollongren van Defensie.
Sinds de Russische inval op de Krim in 2014 zijn er al meer NAVO-militairen in landen aan de oostgrens van het NAVO-gebied gelegerd. Die aanwezigheid is sinds de Russische aanval een jaar geleden op Oekraïne alleen maar gegroeid.
Honderden Nederlandse militairen zijn momenteel al in Litouwen, Slowakije en Roemenië gelegerd. Een aantal Oost-Europese landen waaronder de Baltische staten roept op tot permanente stationering van NAVO-eenheden in hun landen.
In een lezing in Maastricht ontvouwde Ollongren haar ideeën hoe het Europese veiligheids- en defensiebeleid de komende vijftien jaar snel versterkt kan worden. Europa moet „waar nodig zelfstandiger kunnen handelen”. Dat is volgens haar ook goed voor de verhouding met de VS. Aan beide zijden van de Atlantische Oceaan klinkt steeds vaker dat Europa meer zorg moet dragen voor zijn eigen verdediging.
Een volwaardige Europese rol binnen het NAVO-bondgenootschap is „cruciaal”, aldus Ollongren. Om dat te bereiken is het „essentieel” dat Europese landen gezamenlijk materieel gaan kopen en ontwikkelen. Ze noemt dat „bij uitstek een taak voor de EU”.
Volgens haar is de ontwikkeling van een nieuwe generatie tanks door Frankrijk en Duitsland een goed voorbeeld van hoe het moet. „Nederland kijkt hoe we dat kunnen bevorderen. Hoe we aan die ontwikkeling kunnen deelnemen.” Nederland heeft op dit moment een waarnemersstatus bij het project.
„Om het tempo binnen de EU erin te houden” is nodig dat de ministers van Defensie vaker bij elkaar komen. En in de nieuwe Europese Commissie - die volgend jaar wordt aangesteld na de Europese verkiezingen - moet defensiesamenwerking een grotere rol krijgen.