Bouwbranche over zorgen spoor: infrastructuur moet veilig blijven
Brancheorganisatie Bouwend Nederland wil dat de volledige infrastructuur in Nederland „veilig en in topconditie” blijft, en dat er doorgebouwd kan worden aan een duurzaam mobiliteitssysteem. Dat zegt de vereniging van bouworganisaties in reactie op een sombere prognose van spoorbeheerder ProRail over toekomstige spoorprojecten.
De spoorbeheerder vreest in de toekomst voor vertraging bij een kwart van de spoorprojecten door onder meer personeels- en materiaaltekorten. Dat staat in het jaarverslag over 2022. „Als deze schatting klopt dan zullen infrabedrijven mogelijk moeten afschalen. Dit kan onnodig ten koste gaan van de personele capaciteit die we ook de komende jaren keihard nodig hebben”, zegt een woordvoerder van Bouwend Nederland.
Volgens Bouwend Nederland stamt veel infrastructuur uit de jaren vijftig, zestig en zeventig van de vorige eeuw en is die inmiddels toe aan groot onderhoud. De staat van de infrastructuur op peil houden voorkomt economische schade door uitval, zegt de vereniging.
Bouwbedrijf Strukton zegt de uitdagingen van ProRail te herkennen, maar ziet ook kansen. „Met duurzame werkmethodes, robotisering en automatisering kunnen we ProRail helpen om onder de genoemde omstandigheden toch projecten te blijven realiseren en zo bij te dragen aan de duurzame vorm van vervoer die het spoor biedt”, zegt een woordvoerster. Ze noemt als voorbeeld de uitrol van het Europese treinbeveiligingssysteem, het zogeheten European Rail Traffic Management System (ERTMS). Hiervoor wordt onder meer een robot ingezet, die volgens Strukton „repeterend en fysiek zwaar werk” overneemt.
ProRail-topman John Voppen sprak bij de presentatie van het jaarverslag over 2022 van een „spagaat”, omdat ProRail steeds meer werk moet verzetten om Nederland na 2030 per spoor bereikbaar te houden. Daarbij spelen ook de onzekerheden over wet- en regelgeving een rol, zoals het beleid omtrent stikstof.
Volgens Bouwend Nederland ligt er nog een grote onderhoudsopgave in Nederland. Daarvoor moet „fors geïnvesteerd” worden in renovatie en onderhoud. Ook blijven „acties in het stikstofdossier hard nodig om ook nieuwe aanleg weer mogelijk te maken”, aldus de bouwers.