Paulus als pastoraal theoloog
Op de eerste predikantenconferentie in Leicester, in 1962, kwamen er 42 predikanten bij elkaar. Op de veertigste conferentie, die maandag begon, waren het er zo’n 370.
De Noord-Ierse professor Edward Donnelly hield maandagavond zijn eerste lezing over Paulus als pastoraal theoloog. Voor Paulus vormen theologie en pastoraat een onlosmakelijke eenheid. Zijn brieven zijn voorbeelden van pastorale theologie. Theologie mag niet worden beoefend zonder oog op het pastoraat. Omgekeerd kan men pastoraat niet bedrijven zonder kennis van de theologie.
Donnelly had zijn betoog opgebouwd aan de hand van de brief van Paulus aan de Romeinen. „Deze laat ons zien dat het Evangelie van God de kerk van God tot een eenheid maakt. In de gemeente van Rome speelden de verschillen tussen Joden en heidenen concreet. Het gevaar dreigde dat de Joden met hun veel grotere schriftkennis neerkeken op de heidenen en dat de laatsten geen invoelingsvermogen vertoonden voor Joodse culturele zaken.”
Ook nu is er verscheidenheid, zei de Noord-Ierse professor, onder leden van de gemeente. „Dat is nogal eens een potentiële bron van moeilijkheden. In het licht van het Evangelie is ze echter een uitdaging. Het Evangelie is een kracht die de verschillen in culturele achtergrond en in levensleiding overbrugt. Niet voor niets richt Paulus zijn brief aan álle en niet aan sommige geroepen heiligen te Rome.
Wat Jood en heiden aan elkaar verbindt, is dat ze niet voor God kunnen bestaan. Dat beklemtoont Paulus in de eerste hoofdstukken van de Romeinenbrief. Vervolgens brengt hij naar voren dat er voor Jood en heiden zonder onderscheid zaligheid is door het geloof in Christus. Alle christenen, ongeacht hun achtergrond, zijn met Christus gestorven en opgewekt. In de doop is dit betekend en verzegeld.”
Met een beroep op Mozes, de profeten en de Psalmen laat Paulus zien dat onder het oude verbond is uitgekeken naar de bekering van de heidenvolkeren, zei Donnelly. „Die realiseert zich nu in de ene christelijke gemeente, waar de verschillen tussen Jood en heiden wegvallen. Het Evangelie wijst op een gemeenschappelijk doel voor Jood en heiden. Het gaat om de prediking van het Evangelie en het leven uit het Evangelie.
Wie vanuit het kruis als centrum van het Evangelie leert denken, kan andere zaken als secundair zien. Die mogen geen bedreiging vormen voor de eenheid van hen voor wie Christus is gestorven en opgewekt. De prediking van het kruis is het voedsel voor al Christus’ schapen.”