„Zie, des Heeren oog is over degenen die Hem vrezen, op degenen die op Zijn goedertierenheid hopen.”

Dit is een woord van troost tegenover de vijanden. Zij hebben geen levende God, maar slechts een held. Zij hebben geen engelen tot hun dienst, maar slechts paarden, die vlees zijn. Daarom: „Vertrouw niet op de sterkte van het paard!” „Hij heeft geen lust aan de sterkte van het paard, Hij heeft geen welgevallen aan de benen des mans; de Heere heeft een welgevallen aan degenen die Hem vrezen” (Psalm 147:10). Tot troost is het gezegd: „Alle instrument, dat tegen u bereid wordt, zal niet gelukken” (Jesaja 54:17). En wij hebben dan een merkwaardig spotlied in de profetie van Ezechiël, die weliswaar niet bij het leger was, maar geroepen werd om met het Woord erop te slaan en de vijanden neer te stoten (Ezechiël 32:18 enz.) Wat baat de menigte van volk? God geeft wijsheid en verstand tot dat wat onze handen doen, zodat men met heldenmoed uittrekt, niet vreest, maar staande blijft en vertrouwt op de Heere. Eén man kan sterker zijn dan vele paarden en één zwakke sterker dan vele reuzen. Want waarop ziet de Heere? „Zie, des Heeren oog is over degenen die Hem vrezen, op degenen die op Zijn goedertierenheid hopen.” Die dus op de Heere hopen, en anders op niemand en niets! Dat zij uw parool, jonge mensen, die te velde trekt!

H.F. Kohlbrugge, predikant te Elberfeld

(”Van oorlog en vrede, 1940)

De meditaties zoals die sinds 14 april verschenen, waren niet van de Engelse predikant John Owen, maar van dr. H.F. Kohlbrugge (1803-1875), predikant te Elberfeld. Ze verschenen eerder in de bundel ”Van oorlog en vrede”, met tien preken uit de jaren 1859 en 1870/1871.