Albert Heijn ontkent intimidatie van stakende medewerkers
Albert Heijn ontkent dat stakende medewerkers van distributiecentra te maken krijgen met intimidatie en ontslagen dreigen te worden als ze niet gaan werken. „Iedereen heeft het recht om te staken of je nou een vaste medewerker bent of een uitzendkracht, dat maakt niet uit. Dat recht wordt niet beperkt”, zegt een woordvoerster van het supermarktconcern.
FNV en CNV stelden vrijdagavond dat medewerkers van Albert Heijn geïntimideerd worden en dat parttimers persoonlijk worden benaderd door leidinggevenden. „Waar de uitzendbureaus waarmee wij werken van worden beschuldigd, gebeurt niet. Dat doen wij niet en dat doen de uitzendbureaus niet”, benadrukt de zegsvrouw van Albert Heijn.
Uitzendkrachten zouden volgens de bonden ook te horen krijgen dat ze alleen nog maar de vervelendste taken mogen doen, of een slechter werkrooster krijgen als ze niet aan de slag gaan. Sommige uitzendmedewerkers zouden bij het tekenen van hun arbeidscontract ook moeten beloven niet lid te worden van een vakbond.
De staking bij de distributiecentra raakt bijna de helft van de supermarkten van de keten, vooral in het noordoosten en zuidwesten van het land. Hoe groot de impact precies is verschilt per winkel, zegt het bedrijf. Soms valt het op dat bijvoorbeeld het groente- en fruitschap en de broodrekken veel leger zijn dan normaal. Ook komt het voor dat mensen langer houdbare producten mislopen.
Medewerkers van distributiecentra staken omdat ze hogere lonen willen om de hoge inflatie te compenseren. De supermarkt zou volgens bonden veel te weinig loonsverhoging bieden. Daarnaast zijn ze boos dat de winkelketen voor nieuwe medewerkers een verslechtering van bijvoorbeeld de zondagstoeslag voorstelt.
Hoe lang de staking nog doorgaat, is onduidelijk. Eerder lieten de bonden al weten net zo lang door te willen gaan totdat Albert Heijn met een verbeterd loonbod komt. In de zes distributiecentra van Albert Heijn werken ongeveer 6000 mensen.
FNV wil dat de salarissen in een jaar structureel omhooggaan met ruim 14 procent. Maar dat is volgens het bedrijf onhaalbaar. „Wij willen kijken of we er samen uit kunnen komen, we zijn bereid om stappen te zetten. Niet alleen op het loonbod, maar ook op andere aspecten van de cao. Maar je moet dan wel allebei bereid zijn om wat te doen”, aldus de woordvoerster van het supermarktconcern.