Miljoenen euro’s gevorderd van drugshandelaren
Het openbaar ministerie heeft donderdag bij de rechtbank in Den Haag voor miljoenen euro’s aan Pluk–ze vorderingen ingediend tegen de 64–jarige J. O. en de 48–jarige P. S. uit Voorburg, hun echtgenotes (48 en 50) en een man (46) uit Nootdorp.
O. en S. werden in 2002 na een langdurig en moeizaam strafproces door het gerechtshof in Den Haag ieder tot zeven jaar cel en een miljoen euro boete veroordeeld wegens handel in soft– en harddrugs in de jaren negentig. Nu wil het OM ook het geld vorderen dat de mannen met die drugshandel zouden hebben verdiend. Voor S. gaat het om 2 miljoen euro, in de zaak van O. om 1,6 miljoen.
Ook wil het OM dat hun echtgenotes het geld terugbetalen dat zij van hun echtelieden zouden hebben gekregen. De vrouwen kochten indertijd een videotheek en enkele panden om te verhuren. Volgens officier van justitie C. Zweers was het de bedoeling van O. en S. om via die bedrijfjes drugsgeld wit te wassen.
De strafzaak tegen de vrouwen loopt overigens nog. Zij hoorden woensdag bij de rechtbank ieder zes maanden voorwaardelijke celstraf en boetes van enkele tienduizenden euro’s eisen wegens heling van de drugsgelden. De vrouwen beweren dat zij niet beter weten dan dat hun mannen in de autohandel of de vastgoedbranche zitten.
Justitie vorderde 230.000 en 250.000 euro van de echtgenotes. Ook tegen twee vastgoedbedrijfjes werden ontnemingseisen van 307.000 en 61.000 euro ingediend, omdat zij met drugsgelden zouden zijn gefinancierd. Een man uit Nootdorp zou een kleine drie ton moeten inleveren, omdat hij met O. en S. in de drugshandel zat. De advocaten van de verdachten betwisten de Pluk–ze vorderingen. Volgens hen kwamen hun verdiensten voornamelijk uit legale handel voort.
De rechtbank doet op 3 februari uitspraak.