Opnieuw PKK–verdachten opgepakt
De Nationale Recherche heeft deze week opnieuw twee PKK–verdachten in Nederland opgepakt. Dat laat het landelijk parket van het openbaar ministerie (OM) donderdag weten. De twee werden in Rotterdam en Den Haag gearresteerd.
Justitie verdenkt ze van bedreiging, afpersing en deelname aan een criminele organisatie. Op verzoek van het landelijk parket is in deze zaak onlangs ook een verdachte in Duitsland aangehouden. Woordvoerder W. de Bruin van het OM zegt dat het vermoeden bestaat dat de drie zich met name met het werven van fondsen voor de PKK hebben beziggehouden.
Uit verschillende politieonderzoeken is gebleken dat bijvoorbeeld verdachten van drugshandel desnoods met geweld zijn gedwongen om geld te betalen aan de PKK, verduidelijkt hij. Daarnaast wordt de Koerdische gemeenschap onder druk gezet om financieel bij te dragen aan de strijd voor afscheiding van Turkije, concludeert het OM. „Vermoedelijk worden Koerdische zakenlieden afgeperst wanneer zij weigeren te betalen aan de PKK." Inmiddels heeft een afgeperste zakenman die met geweld is bedreigd, aangifte gedaan.
Volgens het OM is bij deze werving van geld voor de Koerdische afscheidingsbeweging PKK een belangrijke rol weggelegd voor de Koerdische culturele centra.
De nationale recherche rolde 12 november naar eigen zeggen een opleidingscentrum van de PKK op in een kampeerboerderij in het Noord–Brabantse Liempde. Bij een actie in deze zaak op verschillende lokaties in Nederland werden toen aanvankelijk 38 verdachten opgepakt. Ook werden tijdens de doorzoekingen nachtkijkers, kleding voor verzending, instructiemateriaal, identiteitsbewijzen en een vuurwapen in beslag genomen. Justitie vermoedt dat die boerderij werd gebruikt voor het opleiden van Koerden voor de gewapende strijd van de PKK in Turkije.
Er zitten in dit PKK–onderzoek momenteel nog twintig verdachten in voorlopige hechtenis, laat De Bruin weten.