Radicale moslimgroep duikt op in Papoea
Leden van diverse religieuze gemeenschappen -zowel christenen als moslims- in de onrustige Indonesische provincie Papoea (voorheen Irian Jaya) eisen dat de overheid iets onderneemt tegen de aanwezigheid van islamitische fundamentalisten op hun eiland.
Laskar Jihad, een radicale moslimgroep die voor heel wat brokken zorgde op Java en nadien in de naburige provincie Maluku, krijgt ook voet aan de grond op Papoea, het westelijke deel van het eiland waarvan Papoea-Nieuw-Guinea het oosten uitmaakt. Volgens sommige waarnemers ontvangt Laskar Jihad steun van het Indonesische leger, dat de christelijke gemeenschap beschouwt als de drijvende kracht achter de onafhankelijkheidsbeweging in de meest oostelijke provincie van Indonesië.
Irian Jaya, dat op 7 januari de naam Papoea kreeg, is de geschiedenis door gespaard gebleven voor religieus geweld tussen christenen en moslims. Vredig kun je de provincie echter niet noemen. De voormalige Nederlandse kolonie is erg rijk aan grondstoffen en de bevolking voelt zich de melkkoe van de regering in Jakarta, die zich de inkomsten uit de provincie toe-eigent zonder daar iets voor in de plaats te stellen. Na Aceh (Atjeh) en Maluku heeft Papoea een bar slechte reputatie wat betreft het respect voor de mensenrechten. Het Indonesische leger hield de bevolking er vier decennia onder de duim met een keiharde repressie.
Laskar Jihad is een nieuwe speler op Papoea. De radicale moslimgroep werd opgericht in 1999 op Java, een antwoord op een christelijke moordpartij in het noorden van Maluku, waarbij 400 moslims omkwamen. De leider van Laskar Jihad, de 38-jarige leraar Ja’far Umar Thahib, beweert dat zijn groep 10.000 leden telt, en 2000 daarvan zouden een militaire opleiding genoten hebben.
In een interview met de Jakarta Post van 11 maart maakte een woordvoerder van Laskar er geen geheim van dat Laskar zijn activiteiten wil uitbreiden naar Papoea. Ayip Syafruddin verklaarde dat zijn organisatie zes afdelingen heeft opgericht op het eiland. Laskar Jihad scheept militanten vanuit Maluku over naar Sorong, Manokwari, Nabire en Fak Fak op Papoea.
Mensenrechtengroepen, politici en burgers op Papoea lanceren nu een oproep om Laskar Jihad te verbieden en de militanten te verwijderen van het eiland. De groep stelt dat ze zich enkel met religieuze activiteiten inlaat, maar getuigenissen uit Jayapura, de regionale hoofdstad van Papoea, vertellen een ander verhaal. „Leden van Laskar Jihad houden tijdens het vrijdaggebed in de moskee preken om moslims en christenen tegen elkaar op te zetten en verspreiden pamfletten met opruiende taal”, zegt een medewerker van een mensenrechtengroep.
Martin Luther Wanma, actief als pastoor, zegt dat de groep zijn hoofdkwartier heeft ingericht in Manokwari en van daaruit een haatcampagne voert met een krantje getiteld ”Laskar Jihad Bulletin”. De groep zou volgens andere bronnen een militair trainingskamp hebben opgericht in Fak Fak. Maar tot dusver onderneemt de overheid niets.
Jakarta heeft weinig oren naar de verzuchtingen van de mensenrechtengroepen. „Het leger verdenkt hen ervan dat ze er een separatistische agenda op na houden, onder het mom van respect voor de mensenrechten”’, zegt John Rumbiak, voorzitter van het Instituut voor Studie en Promotie van de Mensenrechten (Elsham). „De roep om weerstand te bieden aan het ”christelijke separatisme” klinkt steeds luider” in Jakarta.
Volgens sommige waarnemers wordt Laskar Jihad zelfs actief gesteund vanuit Jakarta. De in Genève gevestigde Internationale Crisisgroep (ICG) citeerde in een recent rapport een leider van Laskar Jihad, die verklaarde dat zijn militanten getraind worden door het Indonesische leger.
Toen Laskar Jihad zijn activiteiten in 2000 verlegde van Java naar Maluku gaf leider Ja’far ook toe dat zijn groep aanvallen uitvoerde tegen christenen met de steun van het leger. Op het hoogtepunt van de onlusten in Maluku, in juli 2000, schatte de Indonesische minister van Defensie, Juwono Sudarsono, de aanwezigheid van Laskar Jihad op 10.000 strijders.
De ontplooiing van Laskar Jihad „is de hoofdreden voor het huidige conflict” in Maluku, verklaarde de defensieminister toen. Het scenario dreigt zich nu te herhalen op Papoea.
President Megawati Sukarnoputri stelde in januari een wet voor die Papoea meer autonomie en meer inkomsten zou geven, maar dat voorstel werd afgewezen door de lokale regering en door de Free Papua-beweging OPM. De spanning is sterk toegenomen sinds de moord op de charismatische onafhankelijkheidsstrijder Theys Hiyo Elouy. Volgens een recent onderzoek zouden de ontvoering en de moord op Theys het werk zijn geweest van zeven militairen van Kopassus, de elitetroepen van het Indonesische leger.