„Zegt de rechtvaardige, dat het hem welgaan zal; dat zij de vrucht hunner werken zullen eten.”

„Zegt de rechtvaardige, dat het hem wélgaan zal, dat zij de vrucht van hun werken zullen eten”, staat er in Jesaja 3:10. Dat is een „welgelukzalig is hij…” des geloofs. En dit „welgelukzalig is hij…” zal voldoende zijn om eerst de eerstvolgende dag overleefd te hebben; morgen is morgen! En nu op grond van dit „welgelukzalig is hij…” wordt in Gods Woord aangehouden bij God! „Mijn God”, dat zegt u, „och, hoe bang ben ik!” Het moet toch waar worden wat geschreven staat. Maar waar is nu God met Zijn hulp? Ja, er komt steeds een verschrikkelijk vraagteken van het zwakke geloof, van de twijfel, van het ongeloof, van de tegenstand tegen God en Zijn leiding, zodat men God de Heere de dienst zou willen opzeggen, omdat Hij ons zo beproeft! Hoe de Heere mijn God is, gevoelen kan ik het niet. Ertoe besluiten met de rede gaat ook niet. Denken aan de vorige dagen helpt niet meer. Als een goed soldaat in het aangezicht van de dood zijn koning aanschouwt, sterft hij juichend. Zo zien ook wij op Koning Jezus. Hij opene ons in genade de ogen, dat wij toch zien en geloven dit „welgelukzalig het volk!” Want degenen die onzichtbaar om ons heen zijn, zijn meerder dan de gehele massa die wij zichtbaar tegen ons hebben. Amen!

H.F. Kohlbrugge, predikant te Elberfeld

(”Van oorlog en vrede, 1940)

De meditaties zoals die sinds 14 april verschenen, waren niet van de Engelse predikant John Owen, maar van dr. H.F. Kohlbrugge (1803-1875), predikant te Elberfeld. Ze verschenen eerder in de bundel ”Van oorlog en vrede”, met tien preken uit de jaren 1859 en 1870/1871.