Evacuatie uit Sudan te gevaarlijk
Evacuatie van Nederlanders die vastzitten in oorlogsgebied in Sudan is nog te gevaarlijk. Steeds meer landgenoten melden zich bij het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Den Haag heeft met 110 Nederlanders in het Afrikaanse land contact, donderdag was dat minister Wopke Hoekstra nog met 87 Nederlanders. Voor deze groep kan hij momenteel weinig betekenen. De situatie is te onveilig om ze per vliegtuig te evacueren.
„Op dit moment is het zo gevaarlijk dat er überhaupt niet gevlogen wordt”, zegt Hoekstra over de situatie in de hoofdstad Khartoem. „Dus eerst zijn alle inspanningen erop gericht om tot een duurzaam staakt-het-vuren te komen.” Dat is belangrijk omdat de situatie „levensgevaarlijk” is en mensen een tekort hebben aan eten, drinken en elektriciteit.
Volgens de minister wordt er gewerkt aan allerlei scenario’s om Nederlanders te evacueren als daar kans toe is. Hij kan alleen niets garanderen „omdat het heel moeilijk is om te organiseren, maar ook omdat het zo gevaarlijk is”.
Sinds vrijdag belt Buitenlandse Zaken met Nederlanders in Sudan om te peilen of ze interesse hebben in een eventuele evacuatie. Hier komen mensen met een Nederlandse nationaliteit of geldige verblijfsvergunning en hun kerngezin voor in aanmerking. Als het lukt, zullen zij per vliegtuig naar een land in de omgeving worden gebracht. Defensie heeft drie militaire transportvliegtuigen met mariniers en een medische eenheid naar Jordanië gestuurd voor een eventuele evacuatie.
De aandacht richt zich op Nederlanders in Sudan. „Maar het echte verhaal gaat over de Sudanezen”, zegt Arthur Molenaar, werkzaam voor hulporganisatie Care International in Soedan. „Ik begrijp dat het een interessant verhaal is, dat hier Nederlanders zitten, maar dat is een voetnoot.”
Volgens Molenaar vinden de gevechten voornamelijk plaats in grote steden, zoals Khartoem. „Thuisblijven is niet meer vol te houden. Granaten of bommen gaan gewoon door muren heen. Mensen hebben zwaar te lijden. Er is geen water, geen stroom, geen eten. Mensen nemen risico’s en gaan de straat op om eten en drinken te vinden.”