Geurstoffen door de eeuwen heen
Of het nu gaat om de zoete geur van een roos, een fris ruikende citroen of het bijna bedwelmende aroma van een stuk kaas, geur is niet te ontlopen.
Verrassend belangrijk ook. Zonder geur zou er geen leven zijn. Planten lokken bestuivers met hun geur, dieren proberen de aandacht van soortgenoten te trekken, of er gaat juist een waarschuwend signaal van uit, licht de Finse socioloog Ari Turunen in ”De atlas van geur” deze stelling toe.
”De atlas van geur” is veel meer dan een boek over stofjes die lekker ruiken. Niet alleen de manier waarop een geur tot stand komt, maar ook de geografische herkomst en de geschiedenis en cultuur eromheen komen aan bod. Turunen gaat rigoureus te werk. Alle bomen en planten die een relevante geur verspreiden, krijgen een paar pagina’s toebedeeld. Dat levert niet alleen een stortvloed van –soms wel wat droge– feitjes op, maar ook prachtige verhalen. Zoals over de bijna blinde parfumeur Jean-Paul Guerlain, die in staat was om drieduizend verschillende geuren te onderscheiden. De prachtig uitgevoerde atlas in voorzien van talloze tekeningen en schilderijen, die allemaal een meer of minder duidelijke link met de geschiedenis van de geur hebben. Hier zitten overigens ook wat weergaven van naaktfiguren bij.
Bijzondere geuren zijn verkrijgbaar voor bijzondere prijzen, dat is onder parfumliefhebbers algemeen bekend. Dat producenten van goedkopere parfums dan maar over gaan tot het gebruik van kunstmatige geurstoffen, daar kan Turunen goed mee leven. „Als dat niet mogelijk zou zijn, zou een groot deel van de mensheid stinken.”
Boekgegevens
De atlas van geur, Ari Turunen; uitg. Het Spectrum; 286 blz., € 34,95