Buitenland

Ramp voltrekt zich in stilte in Noord-Uganda

In het noorden van Uganda zijn meer dan 1,5 miljoen mensen van huis en haard verdreven. In de kampen voor ontheemden ontbreken de elementaire zaken om te overleven. Een humanitaire ramp voltrekt er zich in stilte.

De hulp-organisatie Artsen zonder Grenzen (AzG) beklemtoonde dit woensdag nog eens met een rapport, getiteld ”Veiligheid in vluchtelingenkampen Noord-Uganda is een illusie”.

Buitenlandredactie
20 January 2005 10:58Gewijzigd op 14 November 2020 02:08

De mensen hebben steun bij elkaar gezocht en hun provisorische lemen hutjes dicht naast elkaar gebouwd. Tachtig procent van de bevolking van Noord-Uganda is op drift geraakt door de wreedheden die de rebellen van de Lord’s Resistance Army (LRA) begaan. De opvangkampen zijn kleine steden vol dood en verderf geworden.

De wrede oorlog woedt al achttien jaar en heeft meer dan 100.000 Ugandezen het leven gekost. Het afgelopen jaar is de humanitaire situatie explosief geworden doordat de noordelijke rebellen verder naar het zuiden oprukken. Recente gesprekken tussen de regering en rebellenleiders hebben tot dusver niets opgeleverd.

Jan Peter Stellema, projectcoördinator van AzG in het district Lira, spreekt van „een noodsituatie die niet meer onder controle is.” In de kampen sterven gemiddeld per dag vijf keer meer mensen dan normaal is. Onder kinderen is het sterftecijfer zelfs elfmaal zo veel als onder normale omstandigheden. En dit zijn gemiddelden, in sommige kampen is de situatie veel schrijnender.

De kampen zijn grote besmettingshaarden. Voor ruim eenvijfde van de mensen zijn geen sanitaire voorzieningen beschikbaar. Hulpverleners kunnen de problemen niet aan en zien met lede ogen toe hoe geneesbare ziekten zoals malaria, tuberculose en diarree vele levens eisen. Het tekort aan schoon drinkwater is mede de oorzaak van de ziekten.

Het enige alternatief voor water uit vuile riviertjes is bij een van de drie waterpompen urenlang in de rij te gaan staan voor één jerrycan (20 liter) water. Een deel van de mensen in Aloi, met ruim 30.000 ontheemden het grootste kamp in Lira, doet dit geduldig. De inhoud van de jerrycan wordt vervolgens gedeeld met de velen die fysiek niet meer in staat zijn water te halen.

Voorts is er een voedseltekort. Het is levensgevaarlijk om de oogst van het land te halen. De voedseldistributie van het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties is een keer per maand en ontoereikend. Ruim 4 procent van de bevolking is ernstig acuut ondervoed.

In het Therapeutisch Voedingscentrum (TVC) van AzG in de buurt van de stad Lira worden ruim 250 ernstig ondervoede kinderen opgevangen. Bij sommigen hangt de huid als een te wijde jas om de botten heen. Anderen lijken dik maar dat zijn oedemen, die door de ondervoeding vocht vasthouden.

Zo zichtbaar als de ernst van de situatie in het TVC is, zo onzichtbaar is die in de kampen. Achter de lemen muren van de verzameling hutjes gaat veel ellende schuil. Doden worden niet op een centrale begraafplaats bij het kamp begraven maar zij worden, ondanks het gevaar in die streken, in de oorspronkelijke woongebieden begraven. Het is voor hulpverleners moeilijk een beeld te krijgen van de omvang van de ramp.

Ogenschijnlijk gaat het leven van alledag gewoon door. De getraumatiseerde ontheemden doen hun best hun verschrikkelijke ervaringen een plaats te geven. Daarvoor grijpen ze naar kortetermijnoplossingen. Prostitutie, drankmisbruik en corruptie zijn prominent onder overlevingstactieken. Een van de gevolgen is dat het HIV-virus in de kampen zich snel verspreidt.

Een groot deel van de mensen ziet helemaal geen uitweg meer. Uit een onderzoek van AzG blijkt dat 62 procent van de vrouwen aan zelfmoord denkt. De hulporganisatie behandelt geregeld patiënten na een zelfmoordpoging, maar kan daarnaast ook velen niet redden. Als stil bewijs van de wanhoop bungelt het levenloze lichaam van een vluchteling aan een boom naast het kamp.

Agoa Lilly, een van de vele slachtoffers, getuigt: „Ik heb gezien hoe ze voor de deur van ons huis mijn man met zijn handen op zijn rug gebonden verschillende keren met een stok op zijn achterhoofd sloegen.” Haar man overleed aan zijn verwondingen. De daders zijn de leden van de Lord’s Resistance Army. Zij ontvoerden vervolgens Lilly en haar vier kinderen.

Lilly is een week en twee dagen door de rebellen vastgehouden. In die tijd is ze, evenals veel andere ontvoerde vrouwen en meisjes, als seksslavin gebruikt. „Ik werd aan een man toegewezen en die heeft me verschillende keren verkracht”, verklaart de vrouw. Ze wist uiteindelijk met haar kinderen, uitgezonderd een dochter, te ontsnappen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer