Opinie

Een nieuw stuk stad

Onderweg naar mijn werk fiets ik onder andere over een industrieterrein. Er staan heel wat lege kantoorpanden, sommige missen vele ramen. Bouwvakkers zijn her en der aan het werk om te slopen en te bouwen.

André van ’t Hof
19 April 2023 21:20Gewijzigd op 19 April 2023 21:41
beeld ANP, Rob Engelaar
beeld ANP, Rob Engelaar

Opvallend zijn de borden die er hangen. Met de boodschap: Ik ga plat voor een nieuw stuk stad. Regelmatig gaat dan de gedachte door mijn hoofd dat dit ook bij sommige jongeren zou moeten kunnen: helemaal opnieuw beginnen, vanaf de fundering.

Zoals bij die jongen die ineens kan ontploffen. Hij ziet elke terechtwijzing als een afwijzing. Of beter: als wéér een afwijzing. Met zijn veertien jaar kan hij het bijna niet verdragen als een wiskunde­opdracht niet lukt of als gezegd wordt dat hij stil moet zitten.

Als je dat grote lijf wegdenkt, zie je een driejarige peuter. Roepen, gooien met spullen, ongecontroleerde drift. Ook al doet hij dan havo en heeft hij een zware stem, dan is hij weer helemaal terug in de tijd.

Toen hij drie jaar was, woonde zijn moeder al bij haar derde man. En hij bij zijn tweede vader. En die kon, net als de eerste vader, zijn handen niet thuishouden. En of de jongen nu in zijn broek plaste, iets omstootte, te stil was of te druk, het zorgde voor weer een pak slaag. Dat blijft zijn wankele basis, ook na jaren van hulp.

Of neem dat meisje dat opgroeide in een keurige woonplaats, in een goede buurt. Haar positie in het gezin was echter een lastige: boven zich drie drukke broers, onder zich een broer met een chronische aandoening. Met al hun liefde en zorg voor die kinderen vergaten de ouders dit meisje gewoonweg. Ze had geleerd zich altijd rustig te houden en iedereen te helpen. Het werd haar ook vaak gezegd: Wat fijn dat er met jou niets is. Een dochter om trots op te zijn.

Toen ik haar ontmoette en haar vroeg wat over zichzelf te vertellen, ging het over haar ouders en over haar broers. En daar bleef het bij. Zorgen voor en denken aan de ander was haar identiteit geworden. Fijn voor een ander, loodzwaar voor haarzelf.

En hoeveel anderen zijn er niet die wankel aan hun volwassenheid beginnen. Hoe dapper als die instabiele start doorbroken wordt, alleen al door onder ogen te zien dat die er was.

Nog even terug naar het bord op het kantoorgebouw. Er staat nog iets onder: Stad op de horizon. Een spreuk van hoop en perspectief, als je er goed over nadenkt. Want in die Stad met fundamenten zullen er ook zijn die hier nauwelijks een fundament hadden. En ik zal de grote Bouwmeester dan maar vragen welk steentje ik daaraan bij mag dragen.

Meer over
Columns

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer