Politiek tevreden over geldakkoord jeugdzorg, maar nu snel verder
De Tweede Kamer is gematigd positief over het financieel akkoord over de jeugdzorg tussen het kabinet en gemeenten, maar het is slechts een eerste stap. Zo snel mogelijk moet het Rijk nu met alle betrokken partijen aan de slag om vooral voor de meest kwetsbare kinderen goede jeugdzorg te regelen, benadrukken zowel coalitie- als oppositiepartijen in een eerste reactie.
„Dit akkoord heeft lang op zich laten wachten, maar stelt ons in staat om het weer over de inhoud en uitvoering van de jeugdzorg te gaan hebben. En dat is meer dan hard nodig”, zegt VVD-Kamerlid Ruud Verkuijlen. Ook Rens Raemakers (D66) noemt het akkoord tussen het kabinet en gemeenten „belangrijk nieuws voor kinderen en ouders”. Staatssecretaris Maarten van Ooijen (Jeugdzorg) moet wat hem betreft nu aan de slag om „jongeren met de zwaarste problemen snel beter te helpen”.
GroenLinks-Kamerlid Lisa Westerveld is blij dat er „na jaren gesteggel eindelijk meer duidelijkheid” is en dat er minder wordt bezuinigd op de jeugdzorg dan het kabinet van plan was, maar dat is nog onvoldoende. Er hangt nog steeds een bezuiniging van 500 miljoen euro boven de markt, zegt Westerveld. Ze doelt op het half miljard aan bezuinigingen uit het regeerakkoord. De Eerste Kamer heeft het kabinet in een motie opgeroepen die te schrappen, maar dat is nog niet gebeurd.
Wat betreft het PvdA-Kamerlid Mohammed Mohandis moet het kabinet nu in actie komen om de problemen aan te pakken, zoals het wegwerken van de wachtlijsten. De SP blijft erbij dat verbeteringen en bezuinigingen niet hand in hand kunnen gaan. „Dat deden ze ook in 2015. En dat werd een ramp voor jeugdzorgers en kwetsbare jongeren. Maak die fout niet nóg een keer”, twittert SP-fractievoorzitter Lilian Marijnissen.
Van Ooijen (Jeugdzorg) en gemeenten zijn het na maandenlang onderhandelen in beginsel eens geworden over de bezuinigingen en verbeteringen van de jeugdzorg, zo is eerder dinsdag bekendgemaakt. Er moet de komende drie jaar wel ruim 1,1 miljoen euro worden bezuinigd, maar 285 miljoen euro minder dan het kabinet aanvankelijk wilde. Nu de financiële impasse is doorbroken, kunnen alle betrokken partijen tot inhoudelijke afspraken komen. Het principeakkoord wordt nog wel ter instemming voorgelegd aan alle gemeenten.
Die inhoudelijke afspraken, de zogeheten hervormingsagenda, hadden er al in januari 2022 moeten liggen.