Vrijwilligers gaan bijen tellen
Duizenden vrijwilligers gaan dit weekeinde weer een half uur bijen tellen in hun eigen omgeving. Vorig jaar deden aan de Nationale Bijentelling meer dan 3000 mensen mee. Die telden samen zo’n 70.000 bijen en zweefvliegen. De honingbij eindigde net als het jaar daarvoor op de eerste plaats, maar het aantal honingbijen neemt wel af, aldus de organisatoren van de bijentelling, die dit jaar voor de zesde keer wordt gehouden.
De bijendeskundigen zijn benieuwd of de zachte winter en de zeer late nachtvorst dit jaar invloed hebben op het aantal bijen dat wordt geteld. Door de zachte winter zijn de beestjes te vroeg uit hun winterslaap ontwaakt. Buiten was er nog niet genoeg voedsel voor ze te vinden. Door de late nachtvorst zijn vroegbloeiende planten bevroren. Die gaan niet bloeien, terwijl bijen het stuifmeel van bloemen nodig hebben.
Bijen hebben het al jaren moeilijk. In Nederland komen bijna 360 soorten bijen voor. Ruim de helft daarvan geldt als bedreigd. Bijen zijn belangrijk voor de bestuiving van eetbare gewassen en andere planten. Om de bijen te helpen worden in het hele land zo veel mogelijk bloemrijke bermen, taluds en groenstroken aangelegd.
Wie mee wil doen met de bijentelling vindt een telformulier op de website Nationalebijentelling.nl. Daar is ook een gidsje te vinden met daarin de zestien meest voorkomende bijensoorten in Nederland.