„Bloeien waar je geplant bent of zoeken waar het beter lukt?”
In het leven sta je soms voor ingewikkelde keuzes. Wil je blijven op de plek waar je je bevindt, of van koers veranderen? En als je nieuwe wegen inslaat, is dat dan omdat je vlucht voor problemen of juist omdat je je roeping volgt?
Een paar weken geleden zag ik op de sociale media een berichtje langskomen dat veel stof deed opwaaien: „Het is niet meer van deze tijd om je hele leven in één kerk te blijven. Onterecht om jongeren dit kwalijk te nemen. En mooi dat jongeren de kerk niet verlaten, maar een plek zoeken die bij ze past.”
Dat berichtje was een van de vele reacties op het interview met de 88-jarige voormalige EO-presentator en evangelist Henk Binnendijk, in de ND-podcast ”Dick en Daniël geloven het wel”. Binnendijk kritiseerde in dat gesprek het feit dat veel jongeren de traditionele kerken waarin ze opgroeiden in de steek laten om naar ‘hippere’ kerken te gaan. Zijn reactie daarop: „Waar God je heeft gezaaid, daar moet je bloeien.”
Het bleek natuurlijk een ingewikkelde kwestie, die Binnendijk aansneed. Zelf erkende hij in de loop van het interview ook dat je niet alles over één kam kon scheren, en dat er soms ook situaties waren waarin je tot andere keuzes kon komen. Niettemin was de gedragslijn die hij voorstond duidelijk: je moet zo lang mogelijk blijven op de plek waar je geplant bent. Het niet goed meer naar je zin hebben is geen argument om van plek te veranderen.
Dat botste behoorlijk met de mening van veel jongeren die dat anders zagen: „Maar wat nou als daar waar je geplant bent droge grond is? Dat je constant teruggesnoeid wordt naar hoe het plantje hoorde te zijn?” Of: „Tsja, als je als jongere geen ruimte krijgt om je talent te ontwikkelen, dan ga je ergens heen waar dat wel kan.” Of zelfs: „Dit zijn de laatste stuiptrekkingen van een failliet systeem.”
Het legt iets bloot van een veranderend levensgevoel, dat ook de kerken niet voorbijgaat. Als ik eerlijk ben, herken ik er zelf ook wel iets van. Als je ergens écht niet tot bloei kunt komen, is het dan verboden om een plekje te zoeken waar dat misschien beter lukt? Aan de andere kant heeft de levenshouding van Henk Binnendijk –„bloeien waar je geplant bent”– óók iets heel moois, iets wat jongere generaties misschien wel dreigen kwijt te raken. Het is, lijkt me, terecht dat hij daar aandacht voor vraagt.
Maakbaarheid
Eigenlijk zijn wij mensen altijd een beetje aan het heen en weer pendelen tussen die twee uitersten. Beweeg je te ver naar de ene kant, dan krijg je het deterministische levensgevoel van: „het gaat toch zoals het gaan moet, daar kun je nu eenmaal niks aan veranderen.” Beweeg je te ver naar de andere kant, dan ga je denken dat het hele leven maakbaar is en dat je alles zélf kunt kiezen en plannen – met alle vermoeiende consequenties van dien.
In onze huidige maatschappij lijkt de balans evenwel vaak door te slaan naar de gedachte van maakbaarheid. Als je ziet hoe mensen bezig zijn met zichzelf vorm te geven, de best mogelijke wegen te kiezen en het best mogelijke leven te leiden…
Wil je niet wonen in het land waar je geboren werd, maar denk je dat je elders meer kansen hebt? Dat kan. Heb je een beroep waarin je je levensvervulling niet vinden kunt? Je kunt altijd een andere opleiding gaan doen en andere paden verkennen. Zie je een groot gezin niet zitten? Je kunt kiezen om niet meer dan een of twee kinderen te krijgen. Ben je ongelukkig met je familie of uitgekeken op je oude vrienden? Je kunt verhuizen en nieuwe contacten zoeken. Voel je je niet thuis in je kerk? Mogelijkheden genoeg om een plek te ontdekken waar je je wél thuis voelt. Enzovoort.
Nu wil ik natuurlijk niet oordelen over de keuzes die mensen in hun persoonlijke leven maken. Iedereen heeft weer met een eigen situatie, eigen omstandigheden, eigen problemen te maken, en wat voor de een de beste weg is, hoeft dat voor de ander niet te zijn. Ik wil ook zéker niet zeggen dat het fout is om naar verbetering van je situatie te streven, of om bepaalde nieuwe wegen in te slaan. Dat kan soms juist heel goed zijn natuurlijk.
Maar misschien doen we het tegenwoordig te snel, van koers veranderen als de omstandigheden tegenzitten of moeilijk zijn. Misschien ook leggen we te veel verantwoordelijkheid bij onszelf als vormgevers van ons eigen bestaan. Zou het –los van allerlei andere oorzaken– niet ook dáárdoor komen, dat een op de zeven jongeren professionele hulp nodig heeft voor psychische problemen? Niets is immers zo vermoeiend als voortdurend zélf moeten kiezen en verantwoordelijk zijn voor wat je er zélf van maakt.
Nu zullen christenen altijd belijden dat ze geen vormgevers van het leven zijn. Dat het, integendeel, God is die mensen het leven geeft, elk met hun eigen karakter en hun eigen omstandigheden. Maar de vraag is of dat alleen een belijdenis met de mond is, of ook een diep gevoelde werkelijkheid. Geloof je écht dat je niet toevallig ergens geboren bent? En als je dat gelooft, wat betekent dat dan voor de manier waarop je in het leven staat? Wat betekent het dat God jou déze familie, déze kerk, déze plek om te leven heeft toebedeeld? En misschien ook: dit specifieke kruis dat je leven juist lijkt neer te drukken?
Dat zijn heel moeilijke vragen, waar niemand een sluitend antwoord op heeft. Want tegenover dat ”ergens geplaatst zijn” staat ook weer de roeping die soms juist van ons kan vragen om te breken met het bestaande. Zoals Abraham op weg moest uit Ur der Chaldeën, de plek waar hij geboren was. Dat blijft de paradox van het bestaan.
Niettemin, in onze huidige maatschappij kan het waarschijnlijk geen kwaad dat de ouderen, de Henk Binnendijken van deze wereld, hun geluid laten horen: dat je je omstandigheden, je familie, je vrienden niet zélf uitzoekt, maar dat die door God aan je gegeven worden. Als je zo in het leven staat, geeft dat ontspanning. Maar het brengt ook verantwoordelijkheid met zich mee. Niet zozeer voor het geslaagd-zijn van je eigen leven. Wél voor die anderen die op je weg geplaatst zijn.
De auteur is journalist en schrijver.