Meditatie: Zware strijd
Psalm 33:12
„Welgelukzalig is het volk welks God de Heere is; het volk dat Hij Zich ten erve verkoren heeft.”
Ik sla nu met mijn hand hier een Bijbelblad om, dat gaat gemakkelijk. Maar nog veel gemakkelijker is het voor de Heere om het blad van de gedachten van de volkeren om te slaan. En waarlijk, Hij zal het omslaan, want hier staat het geschreven. Ook al doet Hij het onmiddellijk, door Zijn genade en trouw, toch doet Hij het ook weer zó middellijk dat Hij van ons eist dat wij dag en nacht strijden, ten bloede toe. Niet alleen de jonge mannen die ten oorlog uittrekken, maar ook de jonge vrouwen en kinderen die thuisblijven moeten vechten ten bloede toe, en ik met u. God toch is de Helper van armen en ellendigen. Wanneer ik als jonge man uittrek om vrouw en kind en haardstede te verdedigen tegen de vijand, op bevel van mijn wettige koning, dan weet ik dat de Heere God mede op de weg is, zoals we zingen in Psalm 20. Dan weet ik dat mijn Heere en God ook thuisblijft bij mijn dierbare jonge vrouw en bij mijn kindertjes. Laat de vrouw haar kinderen en zichzelf aan de voeten van de Heere Jezus leggen. Laat zij aanhouden om genade. God zal het wél maken! Hij kent immers wel het arme zwakke hart en onze nooddruft; Hij weet dat de man zijn vrouw liefheeft, en dat de vrouw haar man liefheeft.
H.F. Kohlbrugge, predikant te Elberfeld
(”Van oorlog en vrede, 1940)
De meditaties zoals die sinds 14 april verschenen, waren niet van de Engelse predikant John Owen, maar van dr. H.F. Kohlbrugge (1803-1875), predikant te Elberfeld. Ze verschenen eerder in de bundel ”Van oorlog en vrede”, met tien preken uit de jaren 1859 en 1870/1871.