Raad voor de Rechtspraak kritisch op wetsvoorstel woningbouw
De Raad voor de Rechtspraak is kritisch op een wetsvoorstel waarmee woningbouw versneld kan worden en het kabinet meer regie kan nemen. In het voorstel staat dat voortaan bij bepaalde projecten niet meer bij twee instanties beroep kan worden aangetekend, maar bij één. De raad ziet daarin „het risico dat de rechtsbescherming wordt uitgehold”.
Met de wet kunnen woningbouwprojecten aangewezen worden die versneld gebouwd moeten worden „vanwege zwaarwegende maatschappelijke belangen”. Zo wil woonminister Hugo de Jonge dat er 900.000 nieuwe woningen worden gebouwd tot 2030 om het woningtekort tegen te gaan.
De Raad voor de Rechtspraak onderkent het belang dat woningbouwprojecten „op redelijke termijn” voor elkaar komen maar tegelijk „is het moeilijk uit te leggen waarom een burger voor minder zwaarwegende maatschappelijke belangen wel in twee instanties mag procederen.”
Het wetsvoorstel noemt als voorbeeld projecten met meer dan twaalf woningen. Dat vindt de raad te weinig om te voldoen aan het begrip „zwaarwegende belangen”. Ook wordt in het voorstel onvoldoende onderbouwd dat het wijzigen van de wet ook tot versnelling leidt, vindt de raad.