TomTom fors hoger na cijfers op afwachtend Damrak
Navigatiedienstverlener TomTom ging vrijdag flink omhoog op de Amsterdamse beurs na goed ontvangen kwartaalcijfers. Verder kijken beleggers vooral uit naar de kwartaalresultaten van de grote Amerikaanse banken JPMorgan Chase, Wells Fargo en Citigroup later op de dag. Daarmee wordt het cijferseizoen op Wall Street echt geopend.
De Amsterdamse AEX-index noteerde in de vroege handel 0,1 procent lager op 759,54 punten. De MidKap won 0,1 procent tot 941,60 punten. De beurzen in Londen, Parijs en Frankfurt gingen tot 0,3 procent vooruit.
TomTom kreeg er ruim 8 procent bij op het Damrak. Het bedrijf boekte in de eerste drie maanden een nettowinst, na periodes van verliezen die daaraan voorafgingen. De navigatietechnologie van het bedrijf won marktaandeel onder autofabrikanten, die ook nog eens meer wagens produceerden. Tegelijkertijd profiteerde TomTom van kostenbesparingen als gevolg van een eerdere reorganisatie, die honderden medewerkers hun baan kostte.
In de AEX verloor Philips 3,4 procent en daarmee was het de grootste daler in de hoofdindex. De Amerikaanse medische toezichthouder FDA zegt zich zorgen te maken over het tempo van de terugroepactie voor slaapapneu-apparaten van Philips. Het medische technologiebedrijf rapporteert namelijk een getal dat niet alleen de vervangen apparaten betreft, maar ook vervangingskits die door Philips naar Amerikaanse reparatiecentra zijn gestuurd.
Verder was de producent van ladders, trappen en steigers Alumexx een opvallende daler bij de lokale fondsen. Beursexploitant Euronext gaat de notering van zes kleinere bedrijven op Beursplein 5 beëindigen. De fondsen zitten al sinds april 2021 op het zogeheten strafbankje, omdat ze geen accountant hebben die hun jaarrekening controleert. Donderdag verliep de deadline om alsnog aan die eis te voldoen, aldus Het Financieele Dagblad. Alumexx behoort tot die bedrijven en kelderde 11 procent.
De olieprijzen gingen vrijdag licht omhoog en liggen op koers voor de vierde week met winsten op rij. Een vat Amerikaanse olie werd 0,2 procent duurder op 82,28 dollar en Brentolie kostte iets meer op 86,14 dollar per vat.
De euro noteerde 1,1062 dollar. Daarmee staat de euro op het hoogste niveau in meer dan een jaar tegenover de dollar.