Aandacht voor TomTom en begin cijferseizoen VS op beurzen
De aandacht van beleggers in Amsterdam zal vrijdag onder meer uitgaan naar navigatiedienstverlener TomTom die met cijfers is gekomen. Verder wordt uitgekeken naar de kwartaalresultaten van de grote Amerikaanse banken JPMorgan Chase, Wells Fargo en Citigroup later op de dag. Daarmee wordt het cijferseizoen op Wall Street echt geopend.
De Europese aandelenmarkten lijken een hogere opening tegemoet te gaan, geholpen door de winsten in New York een dag eerder. Het sentiment op Wall Street kreeg steun door de hoop dat de Amerikaanse centrale bank het rustiger aan kan gaan doen met renteverhogingen vanwege de afzwakkende economie en inflatie. Vrijdag komen nog gegevens over winkelverkopen, consumentenvertrouwen en industriële productie in de Verenigde Staten.
TomTom is er in de eerste drie maanden in geslaagd een nettowinst te boeken, na periodes van verliezen die daar aan vooraf gingen. De navigatietechnologie van het bedrijf won marktaandeel onder autofabrikanten, die ook nog eens meer wagens produceerden. Tegelijkertijd profiteerde TomTom van kostenbesparingen als gevolg van een eerdere reorganisatie, die honderden medewerkers hun baan kostte.
Philips kan ook op belangstelling rekenen. De Amerikaanse medische toezichthouder FDA zegt zich zorgen te maken over het tempo van de terugroepactie voor slaapapneu-apparaten van Philips. Het medische technologiebedrijf rapporteert namelijk een getal dat niet alleen de vervangen apparaten bevat, maar ook vervangingskits die door Philips naar Amerikaanse reparatiecentra zijn gestuurd.
Verder zou beursexploitant Euronext de notering van zes kleinere bedrijven op het Damrak beëindigen. De fondsen zitten al sinds april 2021 op het zogeheten strafbankje, omdat ze geen accountant hebben die hun jaarrekening controleert. Donderdag verliep de deadline om alsnog aan die eis te voldoen, meldt Het Financieele Dagblad. Het gaat onder meer om ladderproducent Alumexx, holdingbedrijf Lavide en digitale kaartenmaker Geojunxion.
De olieprijzen gingen vrijdag licht omhoog en liggen op koers voor de vierde week met winsten op rij, aangejaagd door de productieverlagingen van oliekartel OPEC+. Een vat Amerikaanse olie werd 0,5 procent duurder op 82,60 dollar en Brentolie kostte 0,4 procent meer op 86,46 dollar per vat.
De euro noteerde 1,1066 dollar, tegen 1,1061 dollar bij het slot van de Europese handel donderdag. Daarmee staat de euro op het hoogste niveau in meer dan een jaar tegenover de dollar.