Ombudsman: pensioenschade arbeidsongeschikten ‘niet uitlegbaar’
Werknemers met een tijdelijk contract die arbeidsongeschikt worden krijgen soms te maken met forse pensioenschade. Daarop heeft de Ombudsman Pensioenen Jeroen Steenvoorden gewezen bij de overhandiging van zijn jaarverslag aan minister Carola Schouten (Pensioenen). „Pensioenschade voor arbeidsongeschikten met een tijdelijk contract is niet uitlegbaar”, benadrukt hij.
Steenvoorden legt uit dat als een werknemer ziek wordt en vervolgens een zogeheten WIA-uitkering ontvangt, de pensioenopbouw meestal doorloopt. Dit is om te voorkomen dat iemand later opeens veel minder pensioen krijgt.
„Dit gaat meestal goed, maar niet altijd”, aldus Steenvoorden. Dat komt omdat sommige pensioenfondsen hiervoor ook eisen ook dat de zieke werknemer nog steeds deelnemer is van hun fonds als hij of zij na twee jaar ziekte in de WIA belandt.
Bij die fondsen vallen werknemers „buiten de boot” als ze bijvoorbeeld een tijdelijk contract hadden. Zo’n contract wordt meestal niet verlengd als iemand ziek is. Een vergelijkbare situatie doet zich voor als iemand ziek wordt in zijn of haar proeftijd of als de werkgever failliet gaat nadat de werknemer ziek is geworden.
Hoe vaak het probleem precies voorkomt, is niet duidelijk. Dat komt omdat de Ombudsman pas klachten krijgt van mensen als die eerst al geklaagd hebben bij hun eigen pensioenfonds en daar geen bevredigend antwoord hebben gekregen. Maar als het gebeurt zou het vaak een heel schrijnende situatie betreffen.
Steenvoorden wijst erop dat de pensioensector in 2013 wel in een convenant heeft afgesproken in dit soort gevallen toch voor dekking te zorgen. Maar die afspraken zijn niet door alle fondsen ondertekend. „Ik roep de pensioenfondsen die dit niet doen dan ook op om in overleg te treden met de sociale partners om dit op zo’n kort mogelijke termijn te corrigeren en beleid te maken wat te doen met de reeds zieke deelnemers.”
Er zijn ook fondsen waar dit speelt, die aan de Ombudsman hebben laten weten te overwegen om zich ook aan te sluiten bij het convenant als het nieuwe pensioenstelsel een feit is. Maar dat vindt Steenvoorden te ver weg. „Dit duurt mijns inziens te lang.”