Dorpsraad: laat slager Tata Steel eigen vlees niet meer keuren
De dorpsraad van Wijk aan Zee is het „roerend eens” met de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) dat de overheid alle mogelijkheden moet benutten om de gezondheid van omwonenden te beschermen tegen schadelijke industriële uitstoot. De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, die Tata Steel controleert, gaat daarbij volgens dorpsraadslid Linda Valent nog steeds te veel uit van gegevens die het staalbedrijf zelf aanlevert. „De slager die zijn eigen vlees keurt”, vindt ze dat.
Tata is de grote industriële buur van het Noord-Hollandse dorp. Het bedrijf speelt een prominente rol in een kritisch rapport dat de OVV donderdag uitbracht. Zowel bij de overheid als bij industriebedrijven zelf ziet de raad een te passieve houding op gezondheidsgebied. Ze komen vaak pas in actie na klachten, constateren de onderzoekers.
Ook in het OVV-rapport wordt geconstateerd dat toezichthouders, zoals de omgevingsdiensten, maar „beperkt” eigen onderzoek doen. Ze leunen veel op informatie die bedrijven aanleveren. Valent herkent dat: „De omgevingsdienst hoort zicht te hebben op de daadwerkelijke uitstoot van Tata door zelf onafhankelijk te meten. De overheid zet nu groene vinkjes bij wat Tata op papier aanlevert zonder te checken of het klopt”, zegt ze in reactie op het rapport.
De afgelopen jaren ziet Valent bij de omgevingsdienst wel „meer mensen die oprecht hun best doen dan in het verleden”. Toch vindt ze dat het er „nog steeds op lijkt dat de omgevingsdienst en provincie de hand boven het hoofd houden van Tata”. Ook in de reactie van de Noord-Hollandse gedeputeerde Jeroen Olthof op het rapport ziet ze een neiging om onvoldoende optreden rond Tata te omschrijven als iets uit het verleden. „Maar dit speelt hier en nu”, zegt Valent.
Het bestuurslid van de dorpsraad vindt dat de overheid meewerkt aan het beeld dat de omgeving er qua gezondheid op vooruitgaat. Terwijl RIVM-onderzoek naar verontreinigd stof dat in de omgeving neerdaalt onlangs nog geen verbetering liet zien. Dat is nog altijd vervuild met schadelijke stoffen zoals zogeheten PAK’s en zware metalen, al is volgens het RIVM niet geheel duidelijk welk deel van Tata komt en welk deel uit andere bronnen. Het instituut houdt het erop dat een „aanmerkelijk deel” van het staalbedrijf komt.
Tata sprak eerder van een halvering van de uitstoot van PAK’s, maar Valent ziet daar nog geen bewijs van.