Terreurverdachten Brussel: aanslagen reactie op Syrische doden
Het doel van de aanslagen in België op 22 maart 2016 was het stoppen van de bombardementen tijdens de Syrische burgeroorlog, waarbij veel burgerdoden vielen, en niet de verspreiding van het gedachtegoed van Islamitische Staat. Dat zeiden meerdere verdachten tijdens kruisverhoren op het terreurproces in Brussel.
„Ik had compassie met mijn broeders die in Syrië stierven. Hier tellen we nog het aantal doden, in Syrië zijn ze daar al lang mee gestopt”, verklaarde verdachte Salah Abdeslam. „Die bombardementen zijn ook terreur”, aldus medebeschuldigde Bilal El Makhouki. Volgens verdachte Sofien Ayari hadden de bombardementen door de internationale coalitie een haat bij hem doen ontstaan die hij „nooit eerder had gevoeld”.
Bij de aanslagen in Brussel, eerst op het nationale vliegveld in Zaventem en een uur later in metrostation Maalbeek, vielen 32 doden en ongeveer 340 gewonden. Er staan tien mensen voor terecht op het proces voor een volksjury, waarvan één bij verstek. De aanslag werd opgeëist door IS. Vier maanden eerder had dezelfde terreurcel toegeslagen in Parijs, waar 130 doden vielen.
„Oog om oog, tand om tand”, concludeerde juryvoorzitter Laurence Massart.