Dure opvang migrant in Brits hotel leidt tot frustratie
Pal naast de luchthaven Londen Heatrow staat het Atrium Hotel. Vanwege een tekort aan opvangplekken worden er illegale migranten gehuisvest. Maar de migrantenhotels liggen steeds meer onder vuur.
„Stop! U mag niet verder.” Twee jonge Indisch aandoende mannen in zwart tenue versperren de weg naar het Atrium Hotel. De beveiligers zijn streng. „U mag niet naar de lobby en u kunt ook niet met een hotelmedewerker spreken”, zegt één van de twee in gebroken Engels. ”Indringers” zijn hier niet welkom, zo blijkt.
Voor iemand die een overnachting zou willen boeken, voelt de ontvangst bij het Atrium Hotel uiterst onwelkom. Om de accommodatie heen staat een hek, gemaakt van metershoge spijlen die het zicht naar binnen belemmeren. Betonblokken versperren de entree. Daarachter staat beveiliging. De twee jonge Indiërs lopen wat heen en weer, terwijl één achteloos een peukje op de grond gooit.
Chique
Het in 2019 gebouwde Atrium Hotel wordt op de website een „gloednieuw toevluchtsoord met 573 ultra chique kamers, een verrukkelijk culinair aanbod, grote evenementenruimtes en voortreffelijke wellness” genoemd. Maar liefst vier sterren krijgt het hotel. Binnen kunnen de ”gasten” naar de fitness, hebben ze toegang tot een twintig meter lang zwembad en kunnen ze naar de jacuzzi. Een overnachting kan tot 250 pond kosten.
„Slechts één halte verwijderd van Londen Heatrow”, meldt de website. En dat is te merken. Om de minuut scheert op enkele tientallen meters hoogte een toestel over. Jaarlijks komen zo 250.000 vliegmachines met donderend geraas over het Atrium Hotel. Nog geen achthonderd meter verderop begint de landingsbaan van Heatrow; met ruim 80 miljoen passagiers per jaar de drukste luchthaven van Europa. ”Gasten” zullen echter niet veel last van vliegtuigen hebben. Kamers zijn geluidsdicht, meldt de website.
Tegen het hekwerk dat het Atrium Hotel omvangt, staat een groepje jonge kerels te roken. Migranten, zo lijkt het. Bij de bushalte, voor het hotel, wachten eveneens Indisch aandoende mannen. „Uit Bangladesh”, zo maken ze in gebroken Engels duidelijk.
„Het Atrium Hotel wordt als opvang voor asielzoekers gebruikt”, verklaart Sandra die langs het hekwerk richting de bushalte loopt. „Vandaar dat je hier zoveel jonge, donkere mannen ziet. Ze hangen een beetje op straat, omdat ze niet mogen werken. Bij de Tesco zul je er meer tegenkomen”, zegt Sandra terwijl ze richting de supermarkt verderop wijst.
„Het Atrium is niet meer een hotel”, geeft ook een beveiliger, die bij de ingang staat, na enig aarzelen toe. „Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft het in gebruik.”
„De Britse overheid gebruikt dit soort hotels om illegale migranten te huisvesten, omdat ze een groot tekort aan opvanglocaties hebben”, verklaart professor Catherine Barnard. De rechtswetenschapper aan de Universiteit van Cambridge doet onderzoek naar migratie vanuit Europa naar haar land.
Vorig jaar kwamen meer dan 45.000 asielzoekers per boot over het Kanaal naar het Verenigd Koninkrijk: 17.000 meer dan in 2021. Vooral Albanezen, Afghanen en Iraniërs wagen de oversteek. Door die toename stijgt het aantal onverwerkte asielaanvragen in het land. Ruim 90.000 migranten staan inmiddels in de wacht voor asiel. Zij moeten ergens slapen, maar door een ernstig tekort aan opvangplekken besloot de regering hotels in te zetten voor huisvesting van illegale migranten. Inmiddels worden ruim 50.000 asielzoekers op deze wijze in meer dan 400 Britse hotelaccommodaties gehuisvest.
Volgens Barnard storen veel Britten zich aan de migrantenhotels. „Deze vorm van opvang kost de belastingbetaler zo’n zes miljoen pond per dag. Bovendien legt het grote druk op lokale gemeenschappen. Asielzoekers mogen niet werken en daarom hangen de veelal jonge, mannelijke migranten zomaar wat rond. Dat creëert een angstgevoel onder de plaatselijke bevolking.”
In de Britse samenleving klinkt steeds meer kritiek op de migrantenhotels. Vandaar dat de Britse minister van Immigratie, Robert Jenrick, eind maart aankondigde dat hij asielzoekers uit hotels wil verplaatsen naar ongebruikte militaire terreinen of naar veerboten. „Maar mogelijk pakt die optie nog duurder uit”, waarschuwt Barnard.
Ye Olde Green Man
Nog geen 250 meter verwijderd van het Atrium Hotel staat Ye Olde Green Man. De taveerne –al sinds de 16e eeuw op deze plek– vormt een schril contrast met het ultramoderne Atrium Hotel. De herberg, een vakwerkhuisje met een skelet van zwarte houtbouw opgevuld met witte kalk. Het rechterdeel van de herberg dateert nog uit 1640, verklaart Kinga, de eigenaresse van Ye Olde Green Man, terwijl ze de deur opent.
„Pas op voor uw hoofd”, staat in witte letters op de zware oude eiken balk die de dakconstructie draagt. De herberg is niet gebouwd voor lange mensen, gezien het laaghangende plafond. Maar Kinga heeft voorzorgsmaatregelen getroffen: zachte kussentjes zijn gehecht aan de zwarte dakdragers, waardoor kopstoten geen zeer doet.
Asielzoekers uit het Atrium Hotel horen niet tot de vaste klantenkring van Ye Olde Green Man, laat Kinga weten. Gelukkig maar, vindt ze. Hoewel Kinga zelf uit Polen emigreerde, ziet ze asielzoekers die in het Atrium Hotel verblijven, liever gaan dan komen. „Illegale migranten worden in dit luxehotel geplaatst, terwijl we in dit land heel veel daklozen hebben. Laat de overheid die van een woning voorzien. De asielzoekers geven enorm veel overlast in deze buurt: allemaal jonge mannen die de hele dag niets anders doen dan een beetje rondhangen.”
Gastvrij
Niet iedereen in de buurt van het Atrium Hotel vindt het een probleem dat er asielzoekers bivakkeren. „Wat mij betreft prima”, zegt Josephine Mercer. „Die mensen moeten toch humane opvang hebben? Als dat een hotel is, mij best.” Josephine stapt net uit een rode dubbeldekker uit de richting van de luchthaven Heatrow. Ze werkt daar als beveiliger.
Volgens Josephine zijn de meeste mensen in deze buurt in West-Londen gastvrij naar migranten toe. „Veel mensen die hier wonen hebben zelf een migratieachtergrond.” Die culturele diversiteit is op straat te merken. Aan de weg, waar het Atrium Hotel ligt, bevinden zich exotisch aandoende winkels. Een afhaalchinees, een Indisch restaurant –de Hyderabad Express– en een slager die halal vlees verkoopt. Aan de overkant van de weg een Bulgaarse supermarkt waarvan de naam, in cyrillische schrift, voor de gemiddelde Londenaar niet te ontcijferen valt.
Maar niet alleen in de buurt van het Atrium Hotel wonen veel migranten. In heel het Verenigd Koninkrijk bevinden zich grote migrantengemeenschappen. In het land wonen bijna vijf miljoen Aziaten –vooral Indiërs en Pakistanen– en zo’n twee miljoen Afrikanen.
„Dat is een van de redenen waarom vluchtelingen in het Verenigd Koninkrijk asiel aanvragen”, zegt professor Barnard. „Naast dat de taal een pré is, willen vluchtelingen vooral naar dit land omdat er al veel migranten wonen. Bovendien is het sinds de brexit voor de autoriteiten moeilijk illegale migranten nog terug te sturen. Met de Europese Unie zijn daar geen afspraken over gemaakt. Dat weten vluchtelingen. Daarom komen ze hierheen.”
Koelcontainer
Ook de Afghaanse Nooralhaq Nasimi vluchtte naar Engeland omdat hij wist dat de Britse autoriteiten soepel met migranten omgaan. Hij reisde in 1999 per vrachtwagen over het Kanaal. „Een smokkelaar regelde een koelcontainer –die voor kaas, boter en yoghurt wordt gebruikt– om ons over te zetten.”
Een verschrikkelijke tocht. „Na tien uur in het aardedonker te hebben gezeten, hoorde ik stemmen. We waren in Dover! Ik beukte op de wand van de koelcontainer totdat de politie ons hoorde en de container opende.”
Nadat Nasimi in het Verenigd Koninkrijk asiel aanvroeg, richtte hij de Afghanistan and Central Asian Association op. „Voor asielzoekers is het moeilijk om in de Britse maatschappij te integreren, omdat ze de taal niet spreken en niet weten hoe praktische dingen als het aanvragen van asiel en het krijgen van een woning, hier werken. Wij helpen daarbij.”
Nasimi’s kantoor ligt op een steenworp afstand van het Atrium Hotel. Zodoende kloppen veel migranten uit dit hotel bij hem aan. Zo’n 90 procent is een jonge man, schat Nasimi. „Vooral zij ondernemen de gevaarlijke reis. Vluchtelingen moeten een lange route afleggen en tot wel twee keer per boot de zee over: eerst over de Middellandse Zee over en dan over het Kanaal. Een vrouw of kinderen kunnen op die reis niet mee.”
Pudding
Een aantal asielzoekers –toevallig vrouwen– krijgen in de benedenzaal van Nasimi’s kantoor Engelse taalles. Een scherpe geurenmelange van Oosterse kruiden als kerrie en koriander vult de ruimte. Drie vrouwen in Perzisch gewaad staan in de hoek in een grote pan met geelgekleurde pudding te roeren. „Fereni”, zegt één van hen. „Een Iraanse pudding gemaakt van rijst, melk en suiker. Ze voegt wat saffraan, rozenbottelvocht en walnoten toe en laat het maaksel proeven: mierzoet smaakt het goedje.
In de benedenzaal zit ook Maryam, een jonge Iraanse. Anderhalf jaar terug ontvluchtte ze halsoverkop Iran, waar het regime achter haar aan zat. Nu verblijft ze in het Saint Giles Hotel, een accommodatie niet zo ver gelegen van het Atrium Hotel.
„Een heel goed hotel”, zegt Maryam in goed verstaanbaar Engels. Er verblijven zo’n vijfhonderd asielzoekers –mannen, vrouwen en kinderen– in het Saint Giles, schat ze. Maar het eten in het hotel valt haar vies tegen. „Het is sterk gekruid Indisch voedsel. Ik vind het niet lekker en krijg er buikpijn van.”
Buitenstaanders mogen het hotel niet in, legt Maryam uit. „Beveiligers –vaak asielzoekers– checken wie er in- en uitgaat. Die tijden worden stipt genoteerd en bij binnenkomst moet ik mijn identiteitsbewijs laten zien.”
Maryam volgt Engelse taalles aan een hogere school in de buurt. Ook doet ze vrijwilligerswerk voor een lokale kerk. Toch zou ze graag betaald werk doen. „Ik ben opgeleid als werktuigbouwkundige. Maar nu ik in mijn asielprocedure zit, mag ik niet betaald werken. Ik heb in het hotel vaak niets te doen.”
Het frusteert Maryam. „Wij kosten enorm veel belastinggeld. Bovenop de kosten voor huisvesting krijg ik wekelijks 9 pond en tien pence voor boodschappen. Wie zelf kookt, krijgt zelfs 45 pond per week. Als de overheid mijn asielprocedure sneller zou verwerken, kan ik aan de slag en geld verdienen. Dan kan ik een bijdrage leveren aan de maatschappij.”
Prof. Barnard vindt het ook belangrijk dat asielprocedures sneller behandeld worden. „Dan hoeven we niet meer hotels te gebruiken om illegale migranten op te vangen en zijn de kosten voor de Britse samenleving minder. In dat geval is het opvangprobleem, wat we nu zien, verleden tijd.”
Om veiligheidsredenen is Maryams naam gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.