Per 1000 werknemers kwamen in 2001 ruim 7 vrouwen en 4 mannen in de WAO terecht. In 2003 liep dit terug tot 4 vrouwen en ongeveer 3 mannen per 1000. Ondanks de afname vormen mensen met psychische klachten nog steeds een belangrijk deel van het aantal werkenden dat arbeidsongeschikt raakt.

Van de mensen die vorig jaar in de WAO terechtkwamen, werd 32 procent arbeidsongeschikt wegens psychische klachten. In 2001 was dat nog 36 procent, zegt de werkgroep op basis van cijfers van het UWV, de uitvoerder van de WAO. Deze trend geldt echter niet voor alle leeftijdsgroepen. Bij mensen tussen de 15 en 34 jaar neemt het aandeel psychisch arbeidsongeschikten toe.

De werkgroep Psychische Problematiek merkt in het rapport op dat werkgevers en werknemers heel anders zijn gaan aankijken tegen de problematiek van psychische arbeidsongeschiktheid. Leidinggevenden vinden het wel nog steeds moeilijk zulke problemen bespreekbaar te maken. Een betere communicatie kan leiden tot een betere aanpak, denkt de werkgroep.

Al sinds 2000 wordt hard gewerkt aan het terugdringen van het aantal mensen dat met psychische klachten in de WAO terechtkomt. De toenmalige minister van Volksgezondheid, vice-premier Borst, stelde daartoe de Commissie Psychische Arbeidsongeschiktheid in. De deskundigen in die commissie wezen erop dat werkgevers er te vaak van uitgaan dat de klachten van hun werknemers door een rustperiode wel zullen verdwijnen.

De commissie schreef een ”Leidraad” over hoe om te gaan met psychische klachten bij werknemers. Daarin werd vastgesteld dat werkgever en werknemer beide een verantwoordelijkheid hebben. Verder pleit de ”Leidraad” voor gelijktijdige werkhervatting en klachtenbehandeling. Ook werd gesteld dat behandeling zo snel mogelijk moest beginnen en dat lange rustperiodes geen uitkomst bieden.

De werkgroep Psychische Problematiek, een opvolger van de commissie die door minister Borst werd ingesteld, heeft nu bekeken welke vruchten de ”Leidraad” heeft afgeworpen. Geconcludeerd wordt dat vooral de communicatie tussen werkgevers en werknemers nog verbeterd kan worden. Beide partijen blijken niet of nauwelijks over problemen thuis of op het werk te praten. Minister De Geus van Sociale Zaken zei woensdagmorgen dat er nog veel te doen is om psychische klachten even makkelijk bespreekbaar te maken als lichamelijke klachten. Volgens hem is er geen reden om „met een zucht van verlichting achterover te leunen.” Ook hij acht betere communicatie tussen bedrijfsleiding en werknemers noodzakelijk.