Aanvechtingen
Is er een wedergeboren deel in u, dat lust heeft om God te vrezen, te bidden, te lezen en in Gods huis te gaan? Er is ook een ongeboren deel dat geen lust daartoe heeft en dat zegt: Waarom vermoeit u mij? U wilt zich zetten voor een godsdienstige oefening, of om de Heere te bidden, of om u te onderzoeken. Het onwedergeboren deel komt u in de weg, door de zaken uit te stellen, door eerst dit te doen en daarna dat andere. Ondertussen ontglipt de tijd, of is alles geesteloos als men ertoe komt. Of de duivel komt en werpt verstrooiende gedachten in en zo woelt het onwedergeboren deel in een kind van God.Gij zijt mensen, zegt God, die gedurig door uw verdorvenheid worden overvallen. Hoe vaak moet u met David klagen in Psalm 65:4: „Ongerechtige dingen hebben de overhand over mij.” Hoe vaak ontsteken uw verdorvenheden het rad van uw eerste geboorte? Ja, hoe vaak neemt u zich voor te waken tegen de zonden en u wordt, eer u het weet, overrompeld door uw verdorvenheden. Dan overvallen u de zonden van wereldgezindheid onder voorwendsel van geoorloofd of noodzakelijk. Of de zonden van hoogmoed overvallen u, waarin de duivel fluistert dat men wat is. Men is echter niets. Een ander keer is het de zonde van moedeloosheid, zodat Gods kinderen tot hinken gereed zijn.
Kasparus Alardin, predikant te Arnhem (Practicale leerreeden, 1728)