Volgens het Chinese staatspersbureau Xinhua worden de Chinezen al sinds vorige week vermist. Het ministerie van Buitenlandse Zaken in Peking bevestigde dinsdag dat de groep is ontvoerd. Het zou gaan om „gewone Chinese burgers” die in Irak werkten bij de wederopbouw. Ze zouden juist op weg zijn geweest naar Jordanië, toen militante rebellen hen oppakten. Arabische nieuwszenders toonden dinsdag beelden van de acht gegijzelden.

Circa 24 uur na zijn ontvoering kwam de Syrisch-katholieke aartsbisschop van het Noord-Iraakse Mosul, Basile Georges Casmoussa (66), dinsdag juist weer op vrije voeten.

De tot dusver onbekende Islamitische Jihad Brigades maakten dinsdag bekend dat zij een Libanees hebben gegijzeld. De 29-jarige man wordt gedood als het bedrijf waarvoor hij werkt niet binnen zeven dagen uit Irak weggaat, aldus de ontvoerders. De betrokken onderneming, Berjani Group, werkt volgens de gijzelnemers voor de „Amerikaanse bezettingsmacht.”

De vrijgelaten Syrisch-katholieke aartsbisschop van Mosul, Basile Georges Casmoussa, zei in een vraaggesprek voor Radio Vaticana dat hij goed is behandeld en dat hij „bij toeval” werd ontvoerd. „De ontvoerders waren zeer vriendelijk voor mij”, merkte de aartsbisschop op.

Het rooms-katholieke missiepersbureau Misna meldde voor Casmoussa’s vrijlating dat de ontvoerders een losgeld van 200.000 dollar voor de kerkleider hadden geëist. Het persbureau maakte dinsdag ook het nieuws van de vrijlating wereldkundig.

De vicaris-generaal van het aartsbisdom zei tegen Misna dat er geen losgeld is betaald voor Casmoussa. De bisschop bevestigde dat in het vraaggesprek. Het is niet duidelijk waarom Casmoussa is ontvoerd, maar volgens de aartsbisschop schrokken de ontvoerders toen zij merkten wie zij de vrijheid hadden ontnomen.

Op verscheidene plaatsen in Irak waren er dinsdag weer bomaanslagen of moordpartijen, waardoor zeker zestien doden vielen. Door een zelfmoordaanslag bij het kantoor van de sjiitische partij Sciri kwamen zeker vier mensen om het leven. Ten zuiden van de hoofdstad Bagdad werden vier Iraakse agenten gedood. In Kirkuk in Noord-Irak lieten twee mensenrechtenactivisten uit Turkmenistan het leven.

In Basra kwamen door geweld twee kandidaten voor de parlementsverkiezingen op 30 januari om het leven. De Amerikaanse strijdkrachten verloren zeker drie mariniers en een Iraakse agent werd doodgeschoten in Baquba.

Het aanhoudende geweld in Irak vormt een enorm probleem voor de verkiezingen van 30 januari. Het staat al vast dat het een gemankeerde stembusgang zal zijn omdat in onveilige delen geen stemlokalen opengaan, en bovendien hebben soennitische partijen hun aanhang opgeroepen thuis te blijven.

De verkiezingen gaan gepaard met een omvangrijke veiligheidsoperatie, waarbij ook de landsgrenzen gesloten worden. De Irakezen hebben rond de verkiezingen drie vrije dagen en de winkels blijven grotendeels gesloten. In veel plaatsen gelden er strikte uitgaansverboden en rond de stemlokalen mogen geen voertuigen komen om aanslagen met autobommen te voorkomen.

Ruim 18.000 Irakezen in het buitenland hebben zich tot dusver ingeschreven om te stemmen voor de verkiezingen, aldus de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) gisteren. De IOM verwacht dat het aantal de komende dagen nog sterk stijgt. De IOM organiseert de verkiezingen buiten Irak namens de Iraakse kiescommissie. Deze hele week kunnen Irakezen in het buitenland zich laten registreren.

Volgens de IOM is het cijfer gebaseerd op tellingen in 36 steden in veertien landen, waaronder Nederland. In ons land zijn tot dusver 799 Irakezen als kiezer geregistreerd.

In Iran lieten zich maandag de meeste Irakezen registreren, 3550, gevolgd door de Verenigde Staten met 3270. In Duitsland hebben 963 Irakezen zich aangemeld. De IOM, dat in Genève gevestigd is, denkt dat in totaal 1 miljoen Irakeze emigranten zullen gaan stemmen. In het buitenland kan dat van 28 tot en met 30 januari. In Irak wordt er alleen op 30 januari gestemd.