Foxconn ziet vraag naar iPhones en andere elektronica afzwakken
De groei van iPhone-producent Foxconn heeft een dieptepunt bereikt doordat de vraag naar consumentenelektronica afzwakt. Het Taiwanese bedrijf, dat formeel Hon Hai Precision Industry heet, wist de opbrengsten afgelopen kwartaal maar met 3,9 procent op te voeren ten opzichte van een jaar eerder. Voorheen groeide Foxconn veel harder.
Met omgerekend 48 miljard dollar was de kwartaalomzet zelfs aanzienlijk lager dan in de voorgaande drie maanden, toen de productie in het enorme iPhone-assemblagecomplex van de onderneming in de Chinese stad Zhengzhou wekenlang werd verstoord door een corona-uitbraak. Dat complex, dat bekendstaat als iPhone City omdat het de grootste productielocatie ter wereld is van de Apple-smartphone, kon pas in januari weer normaal productie draaien.
Volgens Foxconn blijft het hier waarschijnlijk ook niet bij. Voor de lopende periode denkt de onderneming zelfs op omzetkrimp uit te komen.
De nieuwe cijfers kunnen bij beleggers de angst voor een economische recessie verder aanwakkeren. De vraag naar iPhones en andere consumentenelektronica wordt namelijk als een belangrijke graadmeter van het gedrag van consumenten beschouwd.
Maar het is voor analisten wel lastig om de cijfers goed te duiden. Dat komt omdat er in de maanden januari, februari en maart doorgaans minder Apple-producten worden verkocht en de omzet dus steevast wat lager uitkomt.