Schutte: Sommige maatschappelijke problemen gevolg van ontkerkelijking
Een aantal maatschappelijke problemen waar de politiek heden ten dage mee worstelt zou best wel eens het gevolg kunnen zijn van het feit dat Nederland een onchristelijk land geworden is.
Dat stelt de 82-jarige Gerrit Schutte, emeritus hoogleraar geschiedenis van het Nederlands protestantisme aan de Vrije Universiteit. Schutte zou graag zien dat er wetenschappelijk onderzoek naar wordt gedaan. Hij denkt dat er een gerede kans is dat het door hem geschetste verband hard te maken valt.
„Er bestaat geen gezag meer”, somt Schutte allereerst op. „Zou dat niet voortkomen uit het hedendaags mensbeeld dat voorhoudt dat iedereen vrij en gelijk is? Daarentegen zegt een christen: Ik ben geen baas over mezelf, ook niet over deze wereld, maar ben verantwoording schuldig aan God onze Schepper.”
„Hoeveel mensen”, vervolgt Schutte, „lopen er momenteel niet bij de psychiater of psycholoog. Natuurlijk, psychisch leed is er altijd geweest, maar tegenwoordig wordt er heel wat afgepiekerd over de vraag: waarom ben ik niet gelukkig? De mentaliteit die christenen van generatie op generatie in de kerk, op school en in de opvoeding meekregen is anders. Die luidt: doe je best, maar dat betekent niet dat alles lukt. Het leven is niet altijd makkelijk.”
Tot slot wijst de emeritus hoogleraar op berekeningen dat er bijna een miljoen mensen onder de armoedegrens vallen. „Kanttekening daarbij is dat de armoedegrens tegenwoordig hoog ligt, zeker vergeleken met het arbeidersgezin waarin ik ben opgegroeid na de oorlog. Maar waarom zijn de verschillen tussen rijk en arm zo groot? Dat is een onchristelijke toestand.”
Dit alles hangt volgens Schutte samen met het proces van ontkerkelijking dat zich in Nederland al decennialang voltrekt. „Ik weet niet in welk tempo dat zich in de toekomst zal voortzetten. Het gaat gelukkig niet heel snel. Duidelijk is echter wel dat het niet beter gaat, maar minder wordt.” Ook de verkiezingsuitslag duidt er volgens hem op dat de ontchristelijking van de samenleving voortzet. Twee van de drie christelijke partijen (CDA en CU) leverden een fors aantal zetels in.
Schutte stelde in 2011 op een bijeenkomst voor christelijke historici dat er geen basis meer is voor confessionele partijen. Hij schatte destijds in dat de drie christelijke partijen binnen tien jaar zouden verdwijnen. Terugblikkend zegt hij daarover: „Ik ben ook maar een profeet die brood eet. Maar in de kern denk ik er nog steeds hetzelfde over. Als christelijke partijen doorgaan op deze manier, loopt het spoor op zeker moment dood.”
Fuseren
Christelijke politiek heeft in de visie van de emeritus hoogleraar alleen toekomst als CDA, ChristenUnie en SGP fuseren. „Als een verenigde christelijke politieke partij door middel van goed beleid een antwoord weet te formuleren op de huidige maatschappelijke problemen, zal dat meer mensen trekken. Daar ben ik van overtuigd. De christelijke normen en waarden zijn goed voor iedereen, maar niet iedereen weet dat.”
Schutte denkt dat het met de verschillen tussen de christelijke partijen wel meevalt. „Er zijn niet zo heel veel verschillen, hooguit in tempo en taalgebruik. Alle drie zijn voor christelijk onderwijs. En voor christelijk sociaal beleid waarin de overheid een schild is voor de armen en burgers verantwoordelijkheden nemen. Ook hun visie op de rol van de overheid is niet principieel verschillend: de een wil wat meer overheid dan de ander.”
Het grootste struikelblok zou ’m volgens Schutte zitten in taal en traditie. Maar ook dat acht hij overkomelijk. „Als ik met mijn SGP-vrienden spreek, verstaan we elkaar uitstekend. We gebruiken daar alleen andere woorden voor.”