De meeste slachtoffers vielen vorig jaar in Irak, waar het dodencijfer onder journalisten steeg tot 49. De Filipijnen volgden met dertien. In India vielen zeven doden. Het eerdere recordjaar was 1994, toen 115 journalisten werden gedood, onder wie 48 tijdens de genocide in Rwanda.

De algemeen secretaris van de IFJ, Aidan White, riep dinsdag op tot meer onderzoek. Hij zei dat „zogenaamd onderzoek” naar de dood van journalisten veelal neerkomt op „een witwasoperatie.”

White veroordeelde in het bijzonder het optreden van de Amerikaanse regering na de dood van twee journalisten bij het Palestine Hotel in Bagdad in 2003. „Dit was een incident waarbij soldaten op klaarlichte dag op persmensen vuurden, en toch pleit het leger zich vrij en weigert het verantwoordelijkheid te nemen.” White sprak van „een ontkenning van het recht van een schokkende omvang.”

Ook de Filipijnse regering werd door White gehekeld omdat zij tot dusver nog geen enkele stap heeft gezet om de dood van journalisten te onderzoeken. White wees het voorstel van de Filipijnse regering om journalisten te bewapenen als „absurd” van de hand en zei dat Manilla zich onttrekt aan haar verantwoordelijkheid.

White zei voorts dat de dood van een buitenlandse correspondent meestal volop aandacht krijgt, terwijl de meeste gedode journalisten omkomen terwijl ze in hun eigen land werkzaam zijn. „Voor journalisten is thuis de gevaarlijkste plek”, aldus White. Van de 49 doden in Irak waren er 43 afkomstig uit het land zelf.