Marja van der Bas leerde predikantsvrouwen in Malawi lezen
In Nederland leerde ze kleuters lezen, in Malawi predikantsvrouwen. Marja van der Bas-van Voorthuijsen woonde bijna zes jaar met haar man in het Afrikaanse land en startte daar een alfabetiseringsproject.
Tijdens een bijeenkomst vroeg een analfabete Malawiaanse man om een leesbril. Toen hij de bril op had en in zijn Bijbel keek, was de teleurstelling groot: nu kon hij nog niet lezen. De bril was niet het wondermiddel waarop hij hoopte. Voor Van der Bas (64) is het voorval tekenend voor de situatie in Malawi. Samen met haar man, die predikant is binnen de Hersteld Hervormde Kerk, vertrok ze in 2017 naar Malawi om daar zendingswerk te doen. In april vorig jaar begon ze een alfabetiseringsproject.
Waarom bent u dit alfabetiseringsproject gestart?
„Ik ging met mijn man mee als hij op zondag ging preken. In de kerken waar we kwamen, bleek een groot deel van de bezoekers niet te kunnen lezen, met name de vrouwen. Ik ontmoette ook veel analfabete predikantsvrouwen. Na verloop van tijd kwam het idee bij mij op om wat met deze doelgroep te gaan doen. Ik heb in het onderwijs gewerkt en waarom zou ik die ervaring niet in Malawi inzetten?
Als deze vrouwen zelf uit de Bijbel kunnen lezen, kunnen ze hun kinderen daaruit voorlezen en andere vrouwen in de gemeente uit de Schrift onderwijzen.
Ook predikantsvrouwen hebben weinig Bijbelkennis. Ik begon mijn lessen met het lezen van een Bijbelverhaal uit de kinderbijbel van H. van Dam. De deelnemers zaten dan ingespannen te luisteren, want ze kenden deze verhalen helemaal niet. Dat moest wat mij betreft veranderen.”
Hoe gaf u deze vrouwen les?
„In Malawi leren kinderen eerst het alfabet aan, om vervolgens te gaan lezen. Ik ben van mening dat je beter met klanken kunt werken. Elke letter wordt dan een klanksymbool. Ds. L. Schaafsma en zijn vrouw, die voor de Gereformeerde Zendingsbond ook in Malawi hebben gewerkt, hadden een onderwijsmethode liggen die ik mocht gebruiken. Het is een Amerikaanse methode, die als doel heeft dat mensen de Bijbel leren lezen. Bij iedere les staat bijvoorbeeld een Bijbeltekst.
In april 2022 ben ik aan twaalf predikantsvrouwen les gaan geven. Ik wilde eerder beginnen, maar door Covid-19 lukte dat niet. De deelnemers kwamen één week in de maand naar de kostschool van de Reformed Presbyterian Church. Omdat ze van ver kwamen, bleven ze daar slapen. Veel moeders namen hun kinderen mee. Soms werd een kind tijdens de les gevoed. Dat kon gewoon.”
Hoe ervoeren deze vrouwen het om les te krijgen?
„Een vrouw zei: „Ik ben zeventig jaar, maar dit is de eerste week van mijn leven dat ik op school zit.” Ze was daar zo blij mee. De deelnemers waren enthousiast toen ze na zes lesweken een klein stukje uit de Bijbel konden lezen.
Bij sommige lessen had ik een spel bedacht. Ik kwam erachter dat deze vrouwen helemaal geen spelletjes kennen. Ze vonden het leuk, maar ook onwennig om daaraan mee te doen.”
Jullie keerden in december terug naar Nederland. Hoe vond u het om het project achter u te moeten laten?
„Ik vond dat heel naar. Ik was van deze vrouwen gaan houden. Ik zag dat ze er trots op waren dat ze inmiddels iets konden lezen en toen moest ik ze loslaten. Ze huilden toen we vertrokken. Ik heb ze op het hart gebonden om tien minuten per dag te blijven lezen. Als ze daarmee stoppen, is alle moeite voor niets geweest.”
Is het alfabetiseringsproject nu helemaal gestopt?
„Nee, gelukkig heeft stichting Stéphanos het overgenomen. De vrouwenbond van de Hersteld Hervormde Kerk is vorig jaar een actie begonnen voor dit project. De opbrengst is nog steeds bestemd voor het alfabetiseringsproject, al gaat die nu naar Stéphanos. Het werk is zelfs uitgebreid. Niet alleen predikantsvrouwen, maar alle vrouwen die willen leren lezen, kunnen het onderwijs nu volgen bij de kerken van de Reformed Presbyterian Church of Malawi.”