Willem-Alexander woont iftar bij: begrip is belangrijk
Koning Willem-Alexander nam maandagavond deel aan een iftar-ontmoetingsmaaltijd in het Wijkcentrum Stervoorde in Rijswijk. Een iftar is de maaltijd die na zonsondergang wordt gegeten tijdens de ramadan. De koning benadrukte vooral dat het van belang is om elkaar te leren begrijpen. De burgemeester van Rijswijk, Huri Sahin, was maandagavond de gastvrouw.
De koning werd bij aankomst welkom geheten door de burgemeester, waarna hij kennismaakte met een dominee, een pandit (een hindoeïstische brahmaan) en een imam die hij de hand schudde. Vervolgens nam de koning, na een toespraak van de imam, deel aan de iftar, die traditiegetrouw begon met dadels en melk. Buurtbewoners met verschillende culturele achtergronden kwamen samen tijdens de maaltijd. In totaal namen negentig mensen deel aan het evenement.
Het diner bestond uit Afghaanse, Surinaamse, Turkse, Syrische, Marokkaanse en Nederlandse gerechten. Zo stond fattoush-salade en kip in kurkumayoghurtsaus op het menu. De koning sprak met buurtbewoners over de wijk en over de activiteiten die er worden georganiseerd. De koning vroeg tijdens de gesprekken waarom de aanwezigen deelnamen aan de maaltijd en benoemde dat het mooi was dat er mensen met verschillende achtergronden en religies waren. „Begrip krijgen is belangrijk”, zei hij aan een van de tafels waar hij plaatsnam.
Verder stelde de koning veel vragen over tradities en bijvoorbeeld het vasten. Buurtbewoners kunnen maandelijks aanschuiven bij de Wereldkeuken in het wijkcentrum, waar vrijwilligers maaltijden „uit hun land van herkomst” maken. Ook stelde Willem-Alexander dat koken iets moois is, omdat het mensen samenbrengt en mensen toch moeten eten.
De iftar werd georganiseerd door Welzijn Rijswijk, een organisatie „die zich inzet om het welzijn van de inwoners te versterken door de verbinding te zoeken en de sociale samenhang te verbeteren”. Koning Willem-Alexander schoof ook in 2019 aan bij een iftar, toen in buurthuis Mandelaplein in de Haagse wijk Transvaal. Ook toen ging de koning met buurtbewoners in gesprek over onder meer het belang van het buurthuis.