Renovatie Binnenhof gaat zeker twee jaar langer duren
De renovatie van het Binnenhof in Den Haag gaat minstens twee jaar langer duren dan gepland. Door onder meer stikstofperikelen en flink aangescherpte veiligheidseisen duurt het nog zeker tot eind 2028 voordat de Tweede en Eerste Kamer, het ministerie van Algemene Zaken en de Raad van State terug kunnen verhuizen van hun tijdelijke onderkomen naar hun eigen pand.
Dat meldt minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) aan de Tweede Kamer. Tot een grote kostenstijging leidt deze vertraging vooralsnog niet. De totale kosten van de opknapbeurt worden nu geraamd op 750 miljoen euro. Dat is ongeveer 16 miljoen euro meer dan een jaar geleden werd begroot. Het budget wordt jaarlijks aangepast om rekening te houden met de stijgende kosten van bijvoorbeeld bouwmaterialen.
Aanvankelijk was het plan om de zogenoemde technische hoofdinfrastructuur, die het vernieuwde Binnenhof onder meer van elektriciteit moet gaan voorzien, in de parkeergarage onder het aanpalende Plein te plaatsen. Maar door de aangescherpte veiligheidseisen bleek dat daar veel meer ruimte voor nodig is, zegt De Jonge. Daarom wordt er nu een aparte bak voor gebouwd onder het Binnenhof zelf.
Deze aanpassing van de plannen brengt „heel erg veel meer werkzaamheden” met zich mee en beperkt de bouwers bovendien in hun bewegingsvrijheid, zegt De Jonge. Het gaat om „een halve Heineken Music Hall die we daar onder de grond aan het maken zijn”. Al met al levert dit vijftien maanden vertraging op.
Daar komt bij dat de stikstofcrisis ook de renovatie van het Binnenhof in de weg zit. Er moet een papierwinkel doorlopen worden voordat alle werkzaamheden daadwerkelijk kunnen beginnen, waarbij moet worden aangetoond dat de natuur niet lijdt onder het renovatieproject. Dat leidt nog eens tot negen maanden vertraging.