„Chinese religiewet beperkt vrijheid burgers”
China heeft een nieuwe wet betreffende de vrijheid van godsdienst aangekondigd, die op 1 maart in werking treedt. Dat bericht de christelijke Amerikaanse nieuwsdienst Compass Direct. Volgens de nieuwsdienst lijkt de religievrijheid verder te worden beknot.
De regering kondigde de nieuwe ”bepalingen ten aanzien van religieuze aangelegenheden” voor het eerst aan op 30 november, aldus half december de New China News Agency (NCNA). De NCNA, een regeringsnieuwsbureau, noemde de nieuwe wet toen „een belangrijke stap voorwaarts in de bescherming van de religieuze vrijheid van Chinese burgers.”
De NCNA beklemtoonde verder dat de nieuwe bepalingen ontworpen zijn om tegemoet te komen „aan nieuwe omstandigheden en thema’s die recent zijn opgekomen met de snelle sociaal-economische groei van China.”
Een gedetailleerd onderzoek van deze bepalingen toont volgens Compass Direct echter aan dat er, enkele kleine uitzonderingen daargelaten, „zeer weinig is veranderd in China’s religiepolitiek. Integendeel, sommige regels lijken de bestaande restricties nog erger te maken.” De Noorse nieuwsdienst Forum 18 komt in een dinsdag verspreid commentaar op de nieuwe wet tot dezelfde conclusie.
De wet bestaat uit 48 artikelen, onderverdeeld in 7 secties, getiteld: algemene principes, religieuze lichamen, religieuze plaatsen van samenkomst, religieuze fondsen en eigendommen, wettelijke verantwoordelijkheden, en appendix. „Samen vormen zij een omvattend systeem om alle aanhangers van een religie in China te controleren”, schrijft Compass Direct.
De Chinese Communistische Partij (CCP) begon godsdienst voor het eerst te controleren in de vroege jaren vijftig van de twintigste eeuw. Dit gebeurde onder meer door het Bureau Religieuze Zaken. Dit systeem ging te gronde in de chaos van de Culturele Revolutie (1966-1976), maar werd tussen 1978 en 1979 in ere hersteld. Het controlesysteem werd in 1982 vastgelegd in Document 19 van het Centraal Comité van de CCP. De ophanden zijnde wet herbevestigt de toen vastgelegde dominantie van de Communistische Partij en zijn controlemechanismen.
De „overdreven bezorgdheid van Peking” wordt, aldus Compass Direct, heel duidelijk uit artikel 3, dat stelt: „Religieuze lichamen, religieuze plaatsen van samenkomst en gelovigen moeten de grondwet, wetten en overige regelgeving ondersteunen, om zo de nationale eenheid, harmonie tussen de nationale minderheden en sociale stabiliteit te bewaken.”
De snelle groei van godsdienst in de achterliggende twintig jaar heeft de hardliners binnen de CCP gealarmeerd, aldus de Amerikaanse nieuwsdienst. „Islamitisch separatisme in Xinjiang, boeddhistisch nationalisme in Tibet en Mongolië, de groei van rooms-katholieke en protestantse huiskerken en de toename van sekten zoals Falun Gong en Lightning from the East hebben ertoe geleid dat de controle over religie boven aan de partijagenda is komen te staan.”
Pekings nervositeit omtrent de meer dan 20 miljoen moslimburgers in het land wordt onderstreept door artikel 43 van de nieuwe wet, dat het Bureau Religieuze Zaken onder meer opdraagt „degenen die het op zich nemen om pelgrimages naar overzee te organiseren, dit te verbieden.” De bedoeling hiervan is, aldus Compass Direct, om moslims ervan te weerhouden naar Mekka te reizen.
Volgens artikel 3 „beschermt de staat normale religieuze activiteiten.” Wat normaal of abnormaal is, wordt echter niet gedefinieerd. De CCP behoudt zich het recht voor om zich hierover uit te spreken.
Artikel 43, dat ook gaat over het verbieden van bepaalde godsdienstige samenkomsten, zou gevolgen kunnen hebben voor de christelijke huisgemeenten in het land. Veel van deze gemeenten weigeren zich vanwege gewetensbezwaren te laten registreren; andere die proberen zich te laten registreren worden soms afgewezen en dus illegaal verklaard. Onder de nieuwe bepalingen lopen christenen die hun bedrijven, winkels of woningen gebruiken als niet-geregistreerde plaats van samenkomst het risico hun eigendommen te verliezen.